Ooit waren ze dikke vrienden: de verse Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja en Chrétien Breukers. Toen in 2009 een verkiezing werd uitgeschreven voor een nieuwe Dichter des Vaderlands, stortte Tsead Bruinja zich volledig in een campagne om stemmen te verzamelen. Hij werd destijds bijgestaan door Bart F.M. Droog en Chrétien Breukers; zij voerden Bruinja’s campagne aan.

Nu, tien jaar later, zijn de kaarten ineens anders geschud. Via zijn nieuwe weblog valt Breukers Tsead Bruinja aan (net nu hij is benoemd tot de de nieuwe Dichter des Vaderlands). Een opmerkelijk stuk, want Breukers maakt verschillende verdachtmakingen in zijn stuk, maar hij komt niet met concrete voorbeelden. Duidelijk is dat hij helemaal klaar is met Bruinja:

Van weinig dingen heb ik spijt, maar dat ik me ooit voor het karretje van Tsead Bruinja’s campagne om Dichter des Vaderlands te worden heb laten spannen: daarvan heb ik spijt.

Breukers noemt Bruinja ‘een volledig inhoudsloze dichter, iemand met een op zijn zachtst gezegd flexibele mening en een instant-inhoud, daar valt in de twee jaar dat een dichttermijn tegenwoordig duurt weinig aan te verpesten.’

Hij vervolgt:

Bruinja ontwikkelde zich na het debacle van tien jaar geleden van een goed in de poëziemarkt liggende performer tot een man met een mening die goed in de markt ligt. Daarnaast bleef hij zijn contacten onderhouden. Misschien is dat wel Bruinja’s grootste talent. Tsead zit in commissies en doet iets voor jou, als jij iets voor Tsead doet. Overigens doet hij, nadat jij iets voor hem hebt gedaan, meestal niets voor jou. Maar hij kan het heel charmant beloven.

Enfin, helemaal zonder blaam is Breukers zelf ook niet (als we anderen mogen geloven).