Op vrijdag 27 juni schreef Peter Buwalda een column waarin hij Bol.com afbrandde en zich achter Bookaroo schaarde. In zijn aanval zat ook een kleine zij-aanval naar volwassen lezer en schrijvers van kinderboeken:

Ik lees nooit kinderboeken, ik hoef hopelijk niet uit te leggen waarom, en ik wantrouw volwassenen die wel kinderboeken lezen. […] Ik ben zelfs van mening dat kinderboeken geschreven moeten worden door kinderen. Mensen als Roald Dahl en Bart Moeyaert spelen vals — dat vind ik ervan.

Ted van Lieshout vond het maar een vreemde uitspraak en veronderstelde op zijn blog dat er achter de ironische zinnen een hardere uitspraak schuilging.

Hopelijk legt hij het wel uit, want ik begrijp het niet. Waarom zou je volwassenen wantrouwen die kinderboeken lezen? […] Ik lees kinderboeken omdat ik belangstelling heb voor het wel en wee van de jeugd. Ik haast mij om te zeggen dat het niets te maken heeft met seksuele interesse, want misschien suggereert Buwalda dát met zijn “wantrouwen”. Ook andere volwassenen die kinderboeken lezen doen dat niet omdat ze iets in de zin hebben dat het daglicht niet kan verdragen, maar omdat ze met kinderen werken of ervoor zorgen. Bibliothecarissen en docenten lezen ze bijvoorbeeld om kinderen te kunnen adviseren. Ouders en grootouders lezen ze voor. Daar is niets schimmigs aan.

Daar reageerde Peter Buwalda weer op in zijn volgende column, waarin hij inging op de reactie van Van Lieshout:

Vorige week schreef ik dat ik volwassenen die kinderboeken lezen wantrouw, wat tot verontwaardiging leidde bij onder anderen Ted van Lieshout, die dacht dat ik er iets pedofiels mee bedoelde.

Nee, Ted.

Ik bedoelde ermee dat kinderboeken me bij uitstek geschikt lijken voor kinderen, het woord verraadt het al een beetje, en dat ik daarom kort mijn mond zou tuiten wanneer ik bijvoorbeeld naar Scheveningen ging met… Geert Mak, en we na een verkoelende duik op onze handdoeken gingen liggen om wat te lezen, en Geert Grote mensen, daar kan je beter soep van koken tevoorschijn zou halen.

Of Otje.

Buwalda ging nog even door met het ridiculiseren van lezers van kinderboeken.

Ted van Lieshout is niet tevreden met die uitleg:

Echt antwoord op de vraag waarom hij volwassenen wantrouwt die kinderboeken lezen, geeft Peter Buwalda niet. Hij probeert er dartel omheen te dansen in een nieuwe column in de Volkskrant, in de hoop dat het woord ‘wantrouwen’ daardoor een andere betekenis krijgt.

In zijn stuk gaat Van Lieshout nader in op de vraag waarom Buwalda het woord ‘wantrouwen’ gebruikte.

Buwalda schreef afgelopen vrijdag overigens voor de derde maal over kinderboeken. Nu krijgt hij bezoek van zijn oude vrienden Arendsoog en Witte Veder. Maar die hebben nog wel een appeltje met hem te schillen:

Mijn vrienden trekken me met een lasso onder mijn oksels achter hoe heet die knol aan (Calimero? Salinero? O nee, Lightfoot), gewoon over straat, om de ranch heen, naar het achtererf, waar Witte Veder me aan mijn enkels in de ouwe eik hijst, met mijn kop precies boven onze stenen vuurkorf van de Gamma. Gniffelend stookt hij het ding met in tweeën gescheurde Otmars zonen’s en ouwe ­columnbundels. ‘Wij maken gezellig voor bleekscheet.’