Al negen weken is Rutger Bregman de koning van de Bestseller 60; zijn boek De meeste mensen deugen voert al wekenlang de top tien aan.

Maar hoe goed is dit boek? In haar column in de Volkskrant gaat Lotte Jensen (hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit) in op de stijl van Bregman. Haar oordeel is vernietigend.

Drie stijlfiguren past Bregman overvloedig toe. Ten eerste wemelt het van de uitroepen die de lezer moeten aanmoedigen door te lezen. Ze betekenen niets, maar fungeren als aandachtstrekkers (‘Nu moet je weten. Nu denk je misschien. Eén ding moet ik je nog vertellen’). Het klinkt allemaal heel Amerikaans (‘you know!’). Ten tweede gebruikt hij ultrakorte zinnen. Ze bestaan soms maar uit twee of drie woorden. Maximaal. Want een complexe zin. Stel je voor. Mensen schrikken ervan. Niet goed. Soundbites: veel beter. Dat is trouwens ook de schrijfstijl die politici hanteren, wanneer ze een open brief in de krant publiceren. Een voorbeeld uit Bregmans bestseller: ‘Hun namen? Peter Warner en Mano Totau. Waar ze elkaar van kenden? Van een onbewoond eiland’.

Ten derde legt hij veel nadruk op persoonlijke ervaringen. De verteller maakt de lezer deelgenoot van zijn zoektocht: ‘Het idee liet me niet meer los’. ‘Ik wilde alles van hen weten’. Bregmans verhaal culmineert in tien leefregels, die hij de afgelopen jaren in zijn notitieboekje krabbelde. Die kunnen ons tot betere mensen maken. Ineens zijn we te gast bij The Oprah Winfrey Show en Dr. Phil. Therapeutisch effectbejag.

Auw.

Haar column eindigt gelukkig wel positief…

Ik pakte het volgende boek van mijn leesstapel. De onbetrouwbare verteller. Van Maxim Februari. Ik slaakte een zucht van verlichting. Alle zinnen deugen.