Ik moest een paar keer kijken of het wel een roman was die ik zat te lezen. Het woord ontbreekt op de titelpagina, maar van de vier boeken die Naima El Bezaz sinds 1995 publiceerde, wordt op de bladzijde ernaast nadrukkelijk gezegd dat het romans zijn. Wat natuurlijk niet automatisch betekent dat haar onlangs verschenen Vinexvrouwen óók een roman zou zijn, maar een eventueel andere genreaanduiding kon ik nergens vinden. Het boek, 190 bladzijden, 38 hoofdstukken, vertoont trekken van een egodocument, maar zou ook een sociale reportage kunnen zijn: zo één waarin de verslaggever zelf nadrukkelijk aanwezig is. Voor hetzelfde geld zou het om een verzameling columns kunnen gaan.

Toen ik Vinexvrouwen even opzij legde, viel mijn oog op het omslag waarop, zag ik nu, klein en onopvallend het woord ‘roman’ stond afgedrukt.

Dus toch.

Waarom werd ik dan door twijfel bevangen? Ik denk omdat romanfiguren ontbreken, er nauwelijks sprake is van een verhaallijn of van ontwikkeling en de opdeling van het geheel in tamelijk korte hoofdstukken de continuïteit flink in de weg staat. Waarmee niet gezegd wil zijn dat Vinexvrouwen niet amusant is. Het boek doet in de verte denken aan The serial waarin Cyra McFadden in de jaren zeventig het suburbane leven in een fictieve buitenwijk van San Francisco op satirische wijze onder de loep nam. (De Nederlandse vertaling verscheen in 1977 onder de titel Het feuilleton bij De Arbeiderspers.)

Zo beschrijft Naima El Bezaz het leven in een Nederlandse vinexwijk. Wie er niet zelf al van overtuigd was dat de vinexwijk de architectonische verbeelding is van zo niet de hel zelf, dan wel van het voorportaal ervan, kan na lezing van Vinexvrouwen niet tot een andere conclusie komen. De hel zijn in dit geval niet de anderen, maar de buren.

De vertelster, luisterend naar de naam Naima El Bezaz, woont al jaren met haar man en twee kinderen in een groot huis in zo’n fijne wijk. De man komt een paar keer in het verhaal voor, maar zijn karakter is niet meer dan schetsmatig ingevuld. Hij is net als de ‘ik’ een Marokkaan en hoewel zij zegt dat ze helemaal niet met een Marokkaan wilde trouwen, werd ze op hém verliefd en niet op een ander. 

Ik ben een Marokkaan in een vinexwijk. Een Marokkaan die het in de ogen van andere Marokkanen heeft gemaakt, omdat ik in een wijk woon vol blanke autochtonen. Maar die laatsten hadden wat bezorgd gekeken toen ze zagen dat er gekleurde mensen naast hen kwamen wonen.

Dat zijn de krachtige openingszinnen van het boek waarin ook andere staaltjes van de tegenstelling blank-‘zwart’ aan bod komen. Niet zelden beschrijft El Bezaz het onbegrip van beide kanten dat soms aanleiding geeft tot hilarische taferelen waar de satire vanaf druipt. Door haar ogen krijgen we dan malle Nederlandse gewoonten te zien, zoals naakt zonnen in de tuin waar de hele buurt op uitkijkt. Met niet minder humor vertelt de schrijfster over Marokkaanse tradities waaraan de inburgeringscursus soms een einde maakt. Je gaat, eenmaal ingeburgerd, niet zomaar meer bij je dochter op bezoek, maar je maakt een afspraak om je vervolgens niet aan de afgesproken tijd te houden zodat dochterlief uren op je zit te wachten in een inderhaast schoongemaakt huis.

Door haar prettige manier van vertellen krijgen de tegenstellingen nooit scherpe randjes. De vinexmarokkanen zijn keurige burgers. Ze zien de komst van Polen in hun wijk met net zoveel argwaan tegemoet als hun blanke buren.

Het is jammer dat Naima El Bezaz zo vaak blijft steken in anekdotes. Je zou Vinexvrouwen daardoor ook nog kunnen lezen als soap: het is er onderhoudend genoeg voor. Maar de grote vinexroman die ons in sommige interviews werd voorgespiegeld is dit niet, hooguit een aanzet ertoe.

Frank van Dijl

Naima El Bezaz – Vinexvrouwen. Querido.

Deze recensie stond in HP / De Tijd van 4 december 2010.