De pest lezen in tijden van corona

Gelukkig had ik De pest (1947) van Albert Camus nog nooit gelezen. Een beter moment dan nu om de klassieke epidemieroman van de Franse Nobelprijswinnaar te lezen is er niet. Dat vinden overigens meer lezers. De pest is momenteel de meest verkochte tweedehands titel op Boekwinkeltjes.nl.

Het begint met dode ratten in de straten van Oran. Daarna krijgen mensen builen, krampen en hevige koortsaanvallen. Genezing is niet mogelijk. Het enige wat dokter Bernard Rieux, het centrale karakter van De pest, kan doen om de pijn van de pestlijders te verlichten is de builen opensnijden. Dat doet de arts trouw. Ook als er zoveel doden zijn dat de massagraven van het Algerijnse kuststadje vol zijn en er oude tramtoestellen worden ingezet om ’s nachts de lijken naar het crematorium te brengen en de verbrandingsovens overuren draaien, snijdt Rieux nog de builen van zijn patiënten open. De stank van de etter is zo indringend dat je ‘m als lezer bijna ruikt, wat het lezen van De pest soms bijna ondraaglijk maakt. Rieux trekt zich er echter niets van aan. Elke patiënt krijgt de best mogelijke zorg van de arts, die dag en nacht in touw is voor de zieken.

Overeenkomsten met de coronacrisis dringen zich automatisch op: de vele doden, de zoektocht naar de oorzaak van de uitbraak en naar een vaccin, de meningsverschillen van de artsen, het bijhouden en verkondigen van de aantallen doden, de isolatie en quarantaine, de verveling en het gedwongen gescheiden zijn van familie en geliefden. Rieux’ vrouw verblijft al een jaar in een sanatorium in de bergen honderden kilometers van Oran, één van zijn helpers, de jonge journalist Rambert die van buiten de stad komt, verlangt zo naar zijn geliefde in Parijs dat hij verschillende pogingen onderneemt om Oran illegaal te verlaten.

De pest heeft een ingenieuze vertelstructuur. Rieux is niet alleen één van de hoofdpersonen van De pest, maar ook de aanvankelijk naamloze verteller van het verhaal van de epidemie. Aan het slot van het boek verraadt een alwetende verteller dat Rieux op het moment dat de ziekte overwonnen is en de bevolking juicht, besluit om het verhaal op te schrijven omdat hij getuigenis wil afleggen van het onrecht dat de slachtoffers is aangedaan en omdat ‘er in de mens meer te bewonderen dan te verachten valt’. Dat klinkt hoopvol, maar die hoop wordt een paar regels later alweer de kop ingedrukt omdat Rieux weet dat er elk moment een nieuwe pestepidemie kan uitbreken.

Want hij wist wat die blije menigte niet wist (…): de pestbacil sterft nooit uit en verdwijnt nooit definitief; hij kan jarenlang achtereen blijven sluimeren in de meubels en het linnengoed, hij wacht geduldig in kamers, kelders, koffers, zakdoeken en paperassen, en misschien komt er een dag waarop, tot schade en lering van de mensheid de pest zijn ratten wekt om ze te laten sterven in een gelukkige stad.

Met dit omineuze slot van De pest zijn we meteen weer terug bij de coronapandemie die nu in volle gang is. In veel landen waar corona heerst, leven burgers in een volledige lockdown. In landen met minder restricties kiezen de meeste mensen voor vrijwillige isolatie en social distancing. Maar wat gebeurt er als over een paar weken of maanden de pandemie is afgelopen? Als iedereen de straat weer opgaat en net als de inwoners van Oran massaal massaal feestviert? Steekt het virus dan weer de kop op en begint alle ellende dan opnieuw?

En wat doet corona met onze democratieën? In Frankrijk en Spanje is de noodtoestand afgekondigd. Wie zich zonder goede reden op straat waagt, wordt door de militaire politie, bewapend met automatische geweren, beboet en naar huis gestuurd. In de Verenigde Staten en Israël overweegt de overheid de verplaatsingen van alle burgers in kaart te brengen aan de hand van hun smartphone. Zogenaamd om te traceren hoe besmettingen verlopen, maar niemand weet wat er verder met de persoonsgegevens zal gebeuren.

In Camus’ roman zijn de pest en de overwinning op de ziekte een metafoor voor de strijd tegen de nazi’s, de bruine pest. Momenteel zijn het juist de voormalige dictaturen Duitsland en Zuid-Korea die benadrukken dat de coronacrisis alleen met democratische middelen bestreden kan worden. En van Rieux hebben we geleerd dat menselijkheid ook helpt tegen een allesvernietigende ziekte.

Marie-José Klaver

Albert Camus – De pest. Uit het Frans vertaald door Jan Pieter van der Sterre. De Bezige Bij, Amsterdam. 320 blz. € 15.

(foto Parisian rat © Jeanne Menjoulet, (CC BY-ND 2.0))