Dat lezen zoveel moois vermag

Men moet zijn vonnis nog vellen. Maar bij een nieuwe publicatie van Ilja Leonard Pfeijffer staat vast dat deze lieflijke dichter je altijd schielijk zal beroeren. Ook al weet je wat je kunt verwachten (explosieve taal, razende retoriek) toch voel je je overrompeld door zijn stilistische puissance en de kaleidoscopische intertekstualiteit. In zijn werken tracht hij op poëtische wijze de ruimte tussen werkelijkheid en waarheid tot uitdrukking te brengen. Hij presenteert ons ‘in roomboter gebakken beelden / en verzen met boulemie’. Zijn zinderende, elektrificerende lyriek is de moeder der politiek. Of het nu om columns, poëzie, romans, korte verhalen, toneelteksten, documentaires, wetenschappelijke studies, bloemlezingen, vertalingen of essays gaat, al zijn werk is geëngageerd én lyrisch. Pfeijffer toont zich in zijn overdadige oeuvre een klassieke ziener, een baldadige seismograaf: hij voorvoelt de vuurzee die door die éne lucifer kan ontstaan.

Ook in zijn verzameld toneelwerk zit hij als schrijver op de huid van de tijd. Een scherp, sensitief observatievermogen over wat er maatschappelijk speelt, combineert Pfeijffer met stilistische brille. In de zestien teksten weerklinken niet alleen actuele verwikkelingen uit de (Nederlandse) samenleving, maar steeds rijzen ook reuzen van schrijvers uit de coulissen op. Pfeijffer brengt allusies aan naar dichters uit de klassieke oudheid en uit de eerste helft van de twintigste eeuw, schrijvers, kinderliedjes, maar ook verzen uit zijn eigen bundels klinken door in de toneelteksten en sommige stukken bevatten zinsneden die later in de bundel Idyllen verder uitgewerkt zijn, zoals de volgende regels uit Het vreemde verhaal van meneer K of De quizmaster:

Mag ik, mag deze jongen, mag ik in g-hemelsnaam ook een keer mijn glitterpak uittrekken?

Mag ik ook een keer dromen?

In ‘Idylle 18’ resoneren deze woorden, maar dan vanuit de mond van een heel ander personage, dat in onfortuinlijkere omstandigheden verkeert.

Met sardonisch genoegen morrelt Pfeijffer aan #metoo, de tragedie rond Bram Moszkowicz, sociale media zoals twitter, fakenieuws, beeldvorming als marketingstrategie, de aard van Nederland, de liefde in allerlei gedaantes, de kunstwereld, de identiteit die iemand zich aanmeet et cetera. Gedurig bevraagt hij de waarheid, in al haar verschijningsvormen, zoals in De advocaat, waar personage Bram retorisch debiteert:

De waarheid is dat ik de waarheid geweld aan zou doen door haar te ontkennen, terwijl ik anderzijds niet zou liegen wanneer ik zou beweren dat het tegendeel bezijden de waarheid is.

De ethische, politieke, sociale kwesties die er de laatste veertien jaar toe deden centrifugeert Pfeijffer tot op zichzelf staande kunstwerken. Zijn loopbaan als toneelschrijver begon in 2007 met een samenwerking bij het theatergezelschap Annette Speelt. Voor dit gezelschap schreef hij de politieke satire De eeuw van mijn dochter en Malpensa, een satire op het kapitalisme. Vooral het eerste stuk smaakt lezend beter dan toen ik het aanschouwde in het voorjaar van 2007. De Vondeliaans lange monologen komen beter tot hun recht in boekvorm, omdat de talige elegantie meer in het oog springt. In Genua maakte hij twee stukken in het Italiaans. Voor deze recensie blijven Aaamaaaaateeemiii!!! en La pace denunciata buiten beschouwing, want mijn Italiaans is te roestig. De teksten voor de muziektheaterstukken Romeo en Julia en De verdediging van de muziek kennen weliswaar een grote klankvariëteit in de taal, maar ze ontberen de muzikale ondersteuning. Hetzelfde gemis geldt voor de theatrale libretti voor de opera Het vreemde verhaal van meneer K of De quizmaster en de mini-opera Berlusconi.

De teksten van de vijf toneelstukken Blauwdruk voor een nog beter leven (2014), De advocaat (2017), Achter het huis (2017), Noem het maar liefde (2019) en De aanzegster (2020) zijn even kwinkelerend eloquent en verbaal knisperend op papier als op toneel. Het is een prettig weerzien met teksten die in de schouwburg al met een weerhaakje in je hoofd bleven hangen. Zoals

De wereld is plat en geglazuurd als een roze koek. Iemand moet zijn vieze nagel in het glazuur zetten

uit Blauwdruk voor een nog beter leven (een bewerking van Design for Living van Noël Coward), het toneelstuk dat geheel terecht met twee toneelprijzen gelauwerd werd.

Of iets verder in dezelfde tekst, deze ironische zinnen waarin ook een verwijzing naar de kunstkritiek van Pfeijffers werk vervat lijkt te zitten:

Maar erger nog dan dat je jezelf herhaalt, is dat je de wereld herhaalt. Je warmt een kliekje op van romantische clichés en de reden dat jij verkoopt, is dat je bevestigt in plaats van ontwricht.

De wereld is bij Pfeijffer een schouwtoneel en als door de wol geverfde auteur weet hij als geen ander welke waarheid de meest productieve is. Overdadige, wulpse, brisante taal is een constante in zijn oeuvre. Wat opvalt in de toneelteksten is zijn gevoel voor dramatische timing, voor snedige dialogen en voor humoristische regie-aanwijzingen. Pfeijffer laat in deze bundel zien dat toneelteksten niet enkel bestaan bij de gratie van de opvoering, maar dat ze zeer goed op eigen benen kunnen staan. In mijn adolescentie was het heel gewoon om ook toneel op je literatuurlijst te zetten. Dat verdient een reveil. Scholieren zouden een toneeltekst van Pfeijffer zeer goed naast een van zijn romans kunnen lezen, zoals Grand Hotel Europa naast Noem het maar liefde, Peachez naast De advocaat of Grand Hotel Europa naast De aanzegster. Thematisch én stilistisch zijn er massa’s parallellen te trekken. Wie nog meer verdieping wil, zou ook de bundel Idyllen op moeten slaan, om Pfeijffers virtuoze krachtspel gade te slaan in zowel lyriek, epiek als dramatiek. Wie nu begint met De aanzegster kan dat stuk eerst lezen in deze kloeke bundel en daarna zien. Het zal ongetwijfeld in de nabije toekomst (weer) op de planken worden gebracht, nu het deze maart en april gestaakt moest worden. Ik reikhals naar de dag dat we, zij aan zij, in de schouwburg van deze tragedie kunnen genieten.

Miriam Piters

Ilja Leonard Pfeijffer – De veelstemmige man, Verzameld toneelwerk 2007-2020. De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen. 1066 blz. € 55.