Nu veel uitgeverijen hun literaire boeken voorlopig opschorten, wordt de bestsellerlijst nog sterker dan anders aangevoerd door lekkere leestitels. Te midden van de coronacrisis leek het me daarom bepaald geen straf om weg te duiken in een spannend verhaal van ervaren thrillerauteurs Nicci French, maar het bleek een ware beproeving dit boek uit te lezen.

Circus in de rechtszaal

Op het omslag van de nieuwe Nicci French zit een sticker met daarop ‘DE NIEUWE NICCI FRENCH’, pal boven de in nog grotere letters gezette auteursnaam ‘NICCI FRENCH’. Het moge duidelijk zijn dat de uitgeverij mikt op de lezers van de vorige 23 boeken van het Britse thrillerduo, waaronder de reeks rondom de Londense ‘detective van de geest’ Frieda Klein. Gezien de verkoopcijfers van die titels is dat geheel begrijpelijk, maar het brengt natuurlijk ook enige verwachtingen met zich mee. Ikzelf had nog nooit een werk van Nicci French gelezen, maar ging ervan uit dat het literaire thrillers van een bovengemiddelde kwaliteit zou betreffen. Dit boek vond ik echter zo waardeloos in alle mogelijke opzichten, dat ik sterk begin te twijfelen aan mijn beoordelingsvermogen.

Eerst even de plot en setting. Het hoofdpersonage is Tabitha Hardy, die wordt verdacht van de moord op haar buurman Stuart Rees. Ze heeft meer dan de schijn tegen zich: het lijk is in haar schuur gevonden en ze had overal zijn bloed op haar lijf en kleding. Diverse getuigen melden dat Tabitha en Stuart op gespannen voet met elkaar stonden, en dat ze de verdachte die dag in het dorp hebben gezien terwijl ze zich vreemd gedroeg. Even later duikt er ook nog eens een motief op: Stuart heeft Tabitha misbruikt als tienermeisje. Zaak gesloten? Mooi niet!

Tabitha is namelijk een in zichzelf gekeerde jonge vrouw die lijdt aan depressies, wat bij haar blijkbaar ook geheugenverlies veroorzaakt. Zodoende kan ze zich van de bewuste dag weinig tot niets herinneren. Ze weigert dus schuld te bekennen omdat ze niet weet of zij de dader is, en dat is uiteindelijk ook de grote vraag waarom het boek draait. Om alle informatie op tafel te krijgen besluit Tabitha haar eigen verdediging te voeren in de aanstaande rechtszaak: een nogal opmerkelijke en domme keuze, zeker omdat Tabitha last heeft van een kort lontje en moeite met sociale contacten, wat haar speurwerk vanuit de gevangenis bemoeilijkt.

De setting van een ‘onschuldige’ jongedame die plots in de gevangenis belandt, biedt natuurlijk voldoende mogelijkheden voor spannende en schrijnende scènes, maar French besluit dit nagenoeg onbenut te laten. Er zijn wat oppervlakkige plotlijntjes die afkomstig lijken uit de populaire tv-serie Orange Is The New Black, maar deze verdwijnen vrijwel volledig van de radar zodra Tabitha begint met haar werk als amateur-detective. Alleen haar celgenote Michaela, met wie ze eerst een zeer moeizame relatie heeft, maar die daarna volledig bijdraait, wordt een soort vriendin en ondersteunt Tabitha na haar vrijlating bij het hoognodige veldwerk.

Hoewel ik niet volledig op de hoogte ben van de rechten van gevangenen en het voeren van je eigen verdediging in een moordzaak, lijkt het me onwaarschijnlijk dat er een dozijn mensen op bezoek komt in de gevangenis om zich uitgebreid te laten verhoren, en daarbij ook nog eens flarden informatie los te laten die van invloed zijn op de strafzaak. Keer op keer wordt benadrukt dat Tabitha niet op goede voet staat met haar dorpsgenoten, maar toch komen ze allemaal gezellig op de koffie en vertellen ze Tabitha wat ze moet weten om de aanklager te slim af te zijn. De dialogen waaruit deze scènes bestaan zijn stilistisch zeer pover en worden ook nog eens uitgesmeerd over eindeloos veel bladzijden, terwijl er nauwelijks iets van belang gezegd wordt.

Michaela keek Tabitha ongerust, bijna ontzet aan.
‘Je zou je haar eens moeten wassen, misschien even laten knippen.’
‘Weet ik.’
‘Sowieso voor het proces. Dat is al bijna.’
‘Nog ruim twee weken.’
‘Dan moet je er goed uitzien.’
‘Weet ik.’
‘Wat trek je aan?’
‘Nog niet over nagedacht.’

Het enige voordeel is dat je deze gesprekken vluchtig en diagonaal kunt lezen zonder ook maar iets van de plot te missen.

Nog onwaarschijnlijker wordt het hele verhaal wanneer de rechtszaak eindelijk begint, waardoor de gevangenisscènes ineens verleden tijd zijn. Tabitha gedraagt zich in de rechtszaal als een ongeleid projectiel dat zich continu niet aan de regels houdt en lompe, onhandige dingen zegt vanuit haar emoties. De rechter tikt haar tot vervelens toe op de vingers, maar het proces gaat vrolijk voort. Opnieuw wordt er een stoet aan getuigen opgeroepen die in krakkemikkige dialogen ondervraagd worden, waardoor French zichzelf begint te herhalen. Het lijkt erop dat de dorpsgenoten samenspannen om Tabitha schuldig te laten verklaren, maar zijzelf kan haar onschuld allesbehalve bewijzen. Desalniettemin lijkt ze met haar vreemde, roekeloze gedrag de juryleden langzaam voor zich te winnen. Je zou hier met veel goede wil wellicht een kritiek op het justitiële systeem en de rol van jury’s in kunnen lezen, maar als lezer lijken we de circustrucjes van Tabitha juist te moeten waarderen.

Het is een kunst om een boek te schrijven waarin je meeleeft met een onsympathiek personage, maar als deze goed wordt geschetst, gebeurt dat na verloop van tijd hopelijk vanzelf. Tabitha vertoont in dit verhaal echter niet alleen vervelend gedrag, haar mentale problemen worden ook nog eens erg slordig en ongeloofwaardig beschreven, alsof ze vooral de plot op de juiste momenten dienen, en niet het personage van enige gelaagdheid voorzien.

Daarin schuilt dan ook een van de vele problemen met dit boek: bij een sympathiek of triest hoofdpersonage hoop je dat ze uiteindelijk vrij wordt gesproken, of in het geval van enkele boeiende bijfiguren pik je zelf je hoofdverdachte eruit, maar dit is zo’n onnavolgbaar en traag proces dat de afloop je weinig kan schelen. Het geheel eindigt ook nog eens in een anti-climax, waarna de onverwachte moordenaar op een vreemde wijze onthuld wordt en het hele verhaal ten slotte nogal clichématig wordt afgesloten met een kitscherige scène die vermoedelijk bedoeld is als een ode aan de individuele vrijheid.

Wat ik vooral heb gemist in dit boek is een zekere mate van spanning, toch niet onbelangrijk voor een thriller. De gevangenis komt echter naar voren als een saaie plek, en in de rechtszaal kan blijkbaar ook allerlei onzin gebeuren zonder dat het enige gevolgen lijkt te hebben voor de afloop van de zaak. Waar de bewuste dag van de moord en de relatie van het slachtoffer met andere dorpsgenoten nog wel enige spannende en mysterieuze elementen bevatten, worden deze zo vaak herhaald en van triviale kanttekeningen voorzien dat ook daar de angel uit verdwijnt. Het is bijna knap om een moordzaak zo saai en lusteloos te vertellen, en dat niet in een Law & Order-aflevering van drie kwartier, maar in een roman die 440 heuse pagina’s telt en dus vele uren leesplezier verpest.

Het verbaast mij niet dat Ambo|Anthos dit boek heeft uitgegeven, en dankzij de inkomsten ervan kunnen enkele literaire auteurs hopelijk door blijven schrijven, maar de promotieafdeling vergaloppeert zich wel erg op de binnenflap: ‘In hechtenis is een meesterlijke thriller, met een briljant opgebouwde plot, een bijzondere setting en een fascinerend uitgangspunt.’ Ik hoop dat ze er op de uitgeverij smakelijk om hebben gelachen, maar hier is bijna sprake van consumentenmisleiding.

Door het lezen van dit boek ben ik echter wel benieuwd geworden naar de eerdere thrillers van Nicci French en de kwaliteit daarvan. Het zou natuurlijk kunnen dat ze een misser hebben afgeleverd, en na 23 titels is dat geen schande, maar in dat geval hoop ik dat de fans elkaar seinen om dit boek maar eens links te laten liggen. Mochten er nu lezers zijn die deze recensie lezen en wél van het boek genoten hebben, nodig ik hen hierbij uit om te reageren en hun bevindingen te delen.

Het is overigens niet mijn gewoonte om de mening van anderen mee te nemen in mijn oordeel, maar in de NRC kreeg dit boek doodleuk vier ballen, dus misschien ligt het dit keer aan mij. Wellicht ben ik gewoon geen fan van thrillers, of let ik domweg op de verkeerde dingen, want het kopende en lezende publiek krijgt in deze neoliberale maatschappij van mij altijd het voordeel van de twijfel. Het wachten is nu op boek 25, want ongetwijfeld weer een daverend verkoopsucces zal worden…

Willem Goedhart

Nicci French – In hechtenis. Vertaald door Eefje Bosch, Mechteld Jansen en Elise Kuip. Ambo|Anthos, Amsterdam. 440 blz. € 22,99.