‘Jeroen!’ Dat is het besliste antwoord van Vlaamse uitgeefreus Julien Weverbergh op de vraag wie zijn biografie mag schrijven. Weverbergh, die veel uitgeverijen onder handen heeft gehad, maar floreerde tijdens zijn werk voor Manteau wordt in het jongste nummer van De Parelduiker door Martine Cuyt ondervraagd omdat hij 90 jaar is geworden. Zijn verhouding tot Jeroen Brouwers beslaat een fiks deel van het interview. Of die biografie er komt is nog maar zeer de vraag, want de vriendschap tussen de heren is nogal aan gemoedsschommelingen onderhevig.

In 2005 zijn we opgehouden met elkaar te corresponderen. Ik denk niet dat het nog goed komt. Vooral mijn vrouw treurt daarover.

De Parelduiker heeft ook altijd aandacht voor de periferie van de letteren. Thomas Heerma van Voss bestudeerde de briefwisseling tussen Heere Heeresma en Nico Scheepmaker en zag dat de laatste wel erg gedienstig was, maar wel stevige commentaren schreef bij de verhalen van Heeresma. Hein Aalders schrijft in de coverstory over de ‘literair groupie’ Waldie van Eck die met de halve literaire vooroorlogse wereld contact heeft gehad.

Pièce de résistance van deze Parelduiker is het stuk dat Tzum-medewerker Roos Custers schreef over Hotel Savoy. Custers bezocht het Poolse stadje Łódź waar het Hotel Savoy staat dat zeer waarschijnlijk model heeft gestaan voor de gelijknamige roman van Joseph Roth, al blijft het boek fictie en bestaan er meer hotels met die naam op de wereld. Het hotel in Łódź voldoet echter ‘wel héél precies aan de beschrijvingen in het boek’. Nauwgezet beschrijft Custers het enorme, bijna verlaten hotel, de stad en het boek en ze blijft er natuurlijk ook overnachten. Er blijft één geheim over. Wat is er te zien op de zevende verdieping? De verdieping blijft gesloten voor de gasten. Maar dan kennen ze Custers nog niet.

CP

De Parelduiker, jaargang 25, nummer 2. Uitgeverij Vantilt, Nijmegen. € 13,50.