Succesverhalen IX

Het zijn de ‘spannende boekenweken’, waardoor thrillers het nog iets beter lijken te doen in de bestsellerlijst dan de rest van het jaar. De CPNB brengt daarvoor ook een bijpassend geschenk uit, en na de niet zo succesvolle bijdrage van Neerlands’ hoop Thomas Olde Heuvelt, is dit jaar weer een internationale sterauteur ingevlogen: M.J. Arlidge, wiens nieuwe thriller Nog lange niet de top van de bestsellerlijst bereikte. In dit stuk bespreek ik echter zijn geschenknovelle Wat jij niet ziet.

Blind vertrouwen

De Britse M.J. Arlidge was voor mij in alle eerlijkheid een totale onbekende toen ik dit boekje in handen gedrukt kreeg van mijn boekverkoper, maar zijn thriller Iene miene mutte blijkt al bijna een jaar in de bestsellerlijst te vertoeven. Evenals het recentelijk verschenen Nog lange niet (al Arlidge’s boeken hebben in het Nederlands een nogal ergerlijk kinderachtige titel) maken deze psychologische thrillers deel uit van de langlopende en succesvolle reeks over detective Helen Grace: een eigengereide inspecteur te Southampton die reeds vele seriemoordenaars en ander gespuis in de kraag heeft gevat.

Nu is daar de novelle Love is blind, een op zichzelf staand verhaal (zonder Grace) dat speciaal voor het trouwe Nederlandse publiek geschreven lijkt te zijn. Waar veel thrillers nogal wijdlopig zijn (zo ook de vuistdikke, nieuwe – twintigste! – Karin Slaughter, die momenteel bovenaan de bestsellerlijst paradeert), is het wel verfrissend om een verhaal te krijgen dat je letterlijk in één ruk uit kunt lezen, net als een aflevering van een detective op televisie of spannende film. Uiteraard is de uitdaging voor de auteur gezien de beperkte omvang aanzienlijk groter: hoe sleur ik lezers binnen zo’n kort tijdbestek mee?

Arlidge doet dat met wisselend succes op meerdere manieren: allereerst door een niet-alledaags hoofdpersonage annex ik-verteller ten tonele te voeren. Emma Forbes is een vrouw van eind twintig die werkt als masseuse, gebukt gaat onder angsten en op zoek is naar een ware geliefde. Tot zover niks nieuws onder de zon, ware het niet dat Emma blindgeboren is. Arlidge is zeker niet de eerste die een blind personage een verhaal laat vertellen, maar hij slaagt er wonderwel in. De manier waarop hij via de andere zintuigen dan het zicht, wat toch dominant is bij verhalen, situaties schetst, is knap gedaan.

Op de tast zoek ik de vergrendeling die ik opzij druk, waarna ik het raam omhoogtrek. Meteen nemen de geluiden van de stad bezit van de kamer – het geruststellende gerommel van passerende trams, een paar meisjes die schaterend lachen, in de verte een vage sirene. Ik ga op de bank zitten en onderga de geluiden, ik zuig de nacht in me op.

De echte triomf zit hem echter in het blind zijn verbinden met een thriller: de verteller ziet immers niet precies wat er om haar heen gebeurt en wie zich in haar omgeving bevinden, waardoor bepaalde situaties op zichzelf al spannend genoeg kunnen zijn. Arlidge speelt hier vrolijk mee: een schijnbare achtervolger ’s nachts op straat blijkt vals alarm, gerommel in de kelder van het appartementengebouw een argeloze buurman, maar op de juiste momenten blijken veilige situaties ineens illusies te zijn: waarom liggen de sleutels en blindenstok van Emma niet op hun vaste plek in haar woning? Het mooie is dat Emma zich bewust is van haar extra kwetsbaarheid, maar zich niet wil laten kennen en daardoor onbedoeld het gevaar of risico’s opzoekt. Daarbij is ze onbewust een onbetrouwbare verteller, omdat ze simpelweg niet over alle visuele informatie beschikt.

De plot van dit voortrazende verhaal draait om een crimineel die de zomerse straten van Manchester onveilig maakt door willekeurige mensen in hun thuissituatie te overvallen en bruut te verminken. Stap voor stap krijgen we via het BBC-radionieuws een beeld van de moordenaar geschetst, waardoor iedereen paranoïde wordt van angst. Emma laat zich hierin meeslepen, hoewel ze ondanks haar beperking eigenlijk standvastiger is dan vele anderen. Daar komt bij dat onze heldin nog wel iets anders aan haar hoofd heeft, naast de zorg voor haar zieke moeder is ze sinds kort tot over haar oren verliefd op Mark: een zachtaardige bouwvakker met een oorlogstrauma.

De (oplettende) lezer voelt dan aan zijn wateren dat deze nieuwe geliefde weleens de crimineel in kwestie kan zijn, en Arlidge geeft ons steeds nieuwe hints om hier wel of niet in te geloven, mede dankzij wat pseudo-detectivewerk van Emma zelf. Mark heeft op zichzelf al een moeilijk karakter: hij worstelt met zijn eigen mentale gebreken en valt onder andere op Emma omdat zij z’n verminkingen niet kan zien, maar ook omdat ze beiden anders zijn dan anderen. Emma is op haar beurt gefascineerd door zijn kwetsbaarheid en blij dat ze zich eindelijk eens over een geliefde kan ontfermen, in plaats van andersom.

Hoewel je Mark nooit helemaal vertrouwt, is het overduidelijk dat hij verliefd is op Emma en haar koestert om de innemende persoon die ze is. Arlidge laat de sensuele kalverliefde ook vurig ontbranden, waardoor de inzet van het potentieel gevaarlijke spel alleen maar hoger wordt. Treffend is ook de scène waarin Mark en Emma haar moeder in het verzorgingshuis bezoeken, en zij na afloop aan mams vraagt om het uiterlijk van haar geliefde te beschrijven. Hij blijkt er heel anders uit te zien dan in haar hoofd, dus Emma houdt vast aan haar persoonlijke fantasie, met alle naïeve gevolgen van dien.

Meer nog dan het hoofdpersonage en haar gevoelswereld schuilt de kracht van dit boekje in de vlotte verteltrant. Arlidge heeft in zijn jongere jaren voor veel crimeseries van de Engelse televisie geschreven, en je merkt dat hij op dezelfde manier dit boek heeft opgezet: korte, vlugge scènes zonder al te veel opsmuk en details, maar met de juiste hoeveelheid informatie en ontwikkelingen om geïnteresseerd te blijven. Veel hoofdstukjes beginnen in medias res en eindigen met een kleine cliffhanger, zonder dat het erg geforceerd of ongeloofwaardig voelt. Slechts enkele malen pakt hij uit met langere scènes, zoals in het angstaanjagende slotstuk waarin Emma moet vechten voor haar leven, en deze vertraging werkt daardoor weer extra spanning en sensatie in de hand.

Ik span me tot het uiterste in om geluid op te vangen en hoor zachte trage voetstappen. Hij komt mijn kant op. Hij vult mijn wereld, hij dringt zich aan me op. Ik span opnieuw de spieren van mijn arm, klaar om te slaan… maar hij blijft staan. Heeft hij mij gezien? Heb ik mezelf op de een of andere manier verraden?
Stilte. Een lange, afschuwelijke stilte. Ik durf niet te ademen, ik durf geen spier te bewegen.

Met zijn kale proza zal Arlidge vermoedelijk niet de Tzum-prijs winnen, maar de taal doet in dit boek wat ze moet doen: een vlot en spannend verhaal vertellen. Het is een welkome afwisseling van thrillers met tenenkrommende dialogen, smachtende en zuchtende personages of zwelgende innerlijke monologen.

Hoewel het boek niet vies is van een enkel cliché, en de plottwists niet zo verrassend uitpakken als vermoedelijk de bedoeling is, biedt de novelle Wat jij niet ziet toch meer dan voldoende leesplezier. Thrillerfanaten zullen het ongetwijfeld direct verslonden hebben, maar ook de literaire lezer die het boekje de afgelopen weken ontving en het direct op de kringloopstapel in zijn boekenkast heeft gelegd, raad ik aan gewoon een uurtje bij kaarslicht in de luie leunstoel te gaan zitten en zich te laten verleiden door dit spannende verhaal, net zoals een detectiveserie of spannende film dat kan doen.

Willem Goedhart

M.J. Arlidge – Wat jij niet ziet. Liefde maakt blind. Vertaald door Jan Pott. Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. 96 blz. (Geschenk tijdens de Spannende Boekenweken)