De fictieve Hillary

Vanaf pagina 160 gaan de gefictionaliseerde realiteit en de fictie in Rodham divergeren. Vanaf daar laat Curtis Sittenfeld haar fantasie de vrije teugel. Tot dat moment blijft de levensloop van Hillary Rodham Clinton trouw aan de leiband van de geschiedenis lopen. Maar dan? En wat als?

Curtis Sittenfeld, die in 2005 debuteerde met Prep en met De echtgenote (2008) en Zusjesland (2013) succesvolle romans produceerde, heeft in haar nieuwe boek als uitgangspunt genomen dat Hillary Clinton besluit niet met Bill te trouwen. Sittenfeld laat Rodham in 1969 beginnen met Hillary’s afstudeerspeech aan Wellesley College. Voor het eerst wordt dan duidelijk dat Hillary Rodham een politiek gedreven, briljante studente is. En dat valt ook ene Bill Clinton op als zij gezamenlijk studeren aan de juridische faculteit van Yale. Bill pakt haar volledig in met zijn charme. Sittenfeld besteedt dan ruime aandacht aan hoe de relatie tussen Hillary en Bill zich ontwikkelt, en dan in het bijzonder wat dit met Hillary doet. In deze fase heeft Rodham dan ook wel wat weg van, excusez le mot, een damesromannetje. Dit is meen ik een euvel dat ook aan het overige werk van Sittenfeld kleeft; erg goed leesbaar, maar qua compositie, plot en psychologie van de karakters ook literatuur light.

Enfin, na eerst volgzaam met Bill Clinton meegegaan te zijn naar zijn geliefde Arkansas, is de inmiddels roemruchte onbetrouwbaarheid van Bill de reden dat Hillary hem verlaat:

Desondanks was de marge tussen blijven en weggaan heel klein. Het had echt beide kanten op kunnen gaan.

En dan schrijft Sittenfeld heel vreemd, alsof ze de geciteerde zin vergeten is en de redacteur van dienst heeft zitten slapen, krap aan een pagina verder dit:

De marge tussen blijven en weggaan was heel klein; het had echt beide kanten op kunnen gaan.

In deel II volgt Sittenfeld de ontwikkelingen van Hillary als politicus met aan daaraan verbonden arm liefdesleven – ze blijft vrijgezel. Haar politieke talent brengt haar tot een zetel in de Senaat. Ondertussen verhaalt de auteur ook over het politieke gekonkel, de schandalen – het blijkt altijd te gaan om geld en vrouwen. Ja, vrouwen, gezien de dominantie van mannen in de wereld van macht en geld. Ook Hillary moet hier tegenop boksen, maar houdt zich ferm staande. Sittenfeld is hier op dreef. Dat geldt nog meer voor deel III. Dit begint met een fictieve opsomming van de Amerikaanse presidenten en vice-presidenten tussen 1988 en 2012. In 2015 doet Hillary Rodham mee aan de presidentsverkiezingen. Het is een jachtig leven, het land doorkruisen voor rally’s, speeches, debatten, brandjes blussen en geld ophalen voor de verkiezingskas. In dit deel schakelt Sittenfeld heen en weer tussen het fictieve heden en de jaren daarvoor om de lezer te laten zien hoe ze zover is gekomen. Ze heeft dan ook ontmoetingen – fraai beschreven pijnlijke ontmoetingen – met Bill Clinton, inmiddels een arrogante techmiljardair, die zich ook kandidaat stelt. Dit hele deel is een fraai staaltje fantasierijke fictie.

De resultante is toch wel een bijzonder interessante roman. Enerzijds legt Sittenfeld de mannelijke dominantie – en dus de achterstelling van vrouwen – feilloos bloot. Dat blijkt dus voor alle lagen van de bevolking te gelden, al wisten we dat al wel; roofdierenmannen plenty in de (Amerikaanse) politiek. Anderzijds biedt de schrijfster een boeiende kijk in de keuken van de Amerikaanse politiek. In Rodham laat Curtis Sittenfeld heel goed zien dat door het beperkende tweepartijenstelsel het er niet om gaat de eigen ideeën uit te dragen, nee, het gaat er vooral om hoe je de andere partij zwart kunt maken.

Wiebren Rijkeboer

Curtis Sittenfeld – Rodham. Vertaald door Inge Kok en Barbara Lampe. Atlas Contact, Amsterdam. 266 blz. € 22,99.