Waarom De Weddenschap niet deugt

Er bestaan heel veel onderzoeken waaruit blijkt dat lezen goed voor je is. De uitkomsten zijn meestal discutabel – zo schijn je van lezen socialer te worden, al heb ik daar nog nooit iets van gemerkt – maar ze passen meestal wel in het verhaal van clubs die lezen bevorderen. Als slagers onderzoeken subsidiëren waarvan de uitkomst is dat vlees eten goed voor je is, dan zetten we daar onze vraagtekens bij, maar bij onderzoeken op het gebied van lezen wordt het belang van de opdrachtgever meestal zorgvuldig verzwegen. Wij, literatuurliefhebbers, beamen de uitkomsten want wij zijn literatuurdocent, uitgeversknecht, schrijver, criticus en hebben er ook belang bij dat er meer gelezen wordt.

De Weddenschap is een leesbevorderingsactie voor het (v)mbo. Er deden vorig jaar 2.500 leerlingen van 76 vo-scholen mee lezen we in het jaarverslag, maar: ‘Ondanks diverse inspanningen is het aantal deelnemers ten opzichte van de vorige editie gedaald.’ Voor de rest wordt er niet veel toegelicht in dat jaarverslag. Hebben die leerlingen ook daadwerkelijk drie boeken in een half jaar gelezen of zijn ze de weddenschap alleen maar aangegaan? Waaruit blijkt het effect van de actie? Wat is er op scholen mee gedaan? Veel zicht krijg je er niet op en dat is al jaren zo. Hoeveel het hele project kost kan ik ook niet goed zien in de jaarrekening waarin niet alles is gespecificeerd. Je ziet dus ook niet hoeveel de drie BN’ers krijgen die jaarlijks worden ingevlogen om betaald enthousiast te doen over het lezen van boeken. Mijn grootste bezwaren tegen deze jaarlijks terugkerende leesbevorderingsactie zijn anders.

1 Het taalgebruik van de BN’ers. Ik snap dat je vmbo’ers niet moet toespreken alsof ze op de universiteit zitten en ik snap ook dat dat taalgebruik vlot, modern en populair moet zijn. Ik snap echter niet dat je filmpjes online zet waarin de BN’er fout op fout stapelt. Je bent geen slechter mens als je in plaats van die dat zegt of andersom, maar als je een filmpje voor Stichting Lezen opneemt en een fout maakt, dan zou ik als organisatie zeggen: ‘Deze scène doen we nog een keer over.’ Het gebrabbel van Famke Louise hebben we al een keer uitgeschreven, maar het is een jaarlijks terugkerend fenomeen.

2 Literatuur moet je niet door de strot douwen. Jan van Mersbergen schreef onlangs op zijn blog over al die leerlingen die niet van lezen houden en die je niet moet dwingen.

Laat de leerlingen die niet willen met rust. Probeer van die groep hopelozen geen lezende modelburgers te maken. Laat ze lekker gamen en filmpjes kijken op YouTube en Insta. Ze vinden hun weg wel.
Reik die paar lezers die er in ieder schooljaar te vinden zijn boeken aan, zoals de zonderling in de supermarkt een halve liter karnemelk weet te vinden, ergens tussen die uitpuilende schappen met dikke tweeliter pakken halfvolle melk.

Misschien geldt dat nog sterker voor leerlingen op het vmbo. Je moet de klimmers eruit halen, de jongens en meisjes die zich door de vervolgstudies heen omhoog werken en soms de universiteit halen. Ik ken ze uit de praktijk: dat zijn de gemotiveerden, de vechters. Maar waarom zouden we de jongens en meisjes die de rest van hun leven achter de kassa van de Lidl zullen doorbrengen, wijsmaken dat het lezen van drie boeken per jaar een veel beter mens van hen maakt? Ja, wij lezen veel meer, maar zie ons eens kloten achter de zelfscankassa.

3 Als je dan toch vindt dat vmbo’ers moeten lezen, neem die leerlingen dan serieus. Geef ze niet een BN’er die zelf ook niet van lezen houdt. Om elk jaar weer drie mensen te kiezen die bijna niet lezen, omdat ze zo goed als rolmodel kunnen fungeren voor leerlingen die ook niet lezen, tekent de onkunde achter deze actie. Stel je voor dat jij iets nieuws wilt doen, bijvoorbeeld kookles, wil je dan les hebben van iemand die ook niet van koken houdt of van iemand die koken erg leuk vindt, iemand die wel weet wat goed en slecht is. Bij Stichting Lezen denken ze al tien jaar: we schotelen ze iemand voor die net zo weinig weet als zijzelf. Ook leerlingen op het vmbo zelf vinden dat een domme gedachte. Onlangs zaten de leesambassadeurs van dit jaar – Jeangu Macrooy, Famke Louise en Dio – in het programma M. De mannen maakten er nog wat van maar onze influencer was net zo ongeïnteresseerd als de ongeïnteresseerde leerlingen die als publiek mochten fungeren. Ik hoorde van twee moeders die met hun dochters, die op het vmbo zitten, gekeken hadden naar het item, dat er vol afgrijzen was gereageerd op het gebrek aan kennis dat Famke Louise tentoonspreidde.

Dat het ook anders bewijst Stap op de rode loper (dat overigens ook wordt ondersteund door Stichting Lezen) waarbij ik vmbo-klassen ademloos heb horen luisteren naar schrijvers. Dat gaat ook weleens mis, maar ook vaak verrassend goed. Zet Özcan Akyol of Alex Boogers voor een groep leerlingen en je hebt meteen schrijvers die hun publiek wel boeien, die volledige zinnen in het Nederlands kunnen formuleren en die wellicht mensen aan het lezen krijgen. Misschien ook die kassière van de Lidl.

Coen Peppelenbos