Een transcendent mechaniek

Het woord passie kom je tegenwoordig te pas en vooral te onpas tegen. De hartstocht voor zijn vak van de negentiende-eeuwse Duitse landschapsschilder Johann Moritz Rugendas, het schilderen van landschappen, die onderstrepen hoezeer de wereld een ‘transcendent mechaniek’ is, is voor een mens uit onze tijd nauwelijks te vatten. De Argentijn César Aira, een van de grootmeesters van de Zuid-Amerikaanse literatuur, krijgt het in de novelle Een episode uit het leven van een landschapsschilder voor elkaar die oude opvatting over ware gedrevenheid inzichtelijk te maken.

Het boekje is geen portret van de in 1802 in Augsburg geboren kunstenaar, nazaat van generaties genreschilders, met name van veldslagen, al heeft de naamloze verteller het onvermijdelijk veel over de man, zijn milieu, opleiding en ambities. Het is een veelzeggend fragment uit zijn leven, zoals de titel al aangeeft, uit 1838, gebaseerd op de stapels brieven die Rugendas heeft nagelaten. Hij werd al snel herkend als uitzonderlijk talent, onder meer door een van zijn leermeesters, Alexander von Humboldt, een groot naturalist in de negentiende eeuw, die het schilderen van de ‘fysionomie van de natuur’ tot genre verhief en die benadering ook zijn leerlingen voorhield.

Von Humboldt had zelf jarenlang in tropisch Azië en Amerika doorgebracht en hij was het dan ook, die Rugendas aanbeval Latijns-Amerika te bereizen. Een hele opsomming van uitzonderlijke flora, van welriekende ganzenvoet en echt venushaar tot kaasjeskruidachtigen ter grootte van een struik en mosachtige knollen van de dendrobium, geeft aan dat Rugendas geen keus had. Wie wil er nu niet de materiële verschillen in fysionomie tekenen tussen pisang en heliconiun om daarmee de kans te vergroten nog onvermoede schilderinspiratie te vinden.

De realiteit in Latijns-Amerika valt voor Rugendas en zijn trouwe compagnon de Duitse schilder Robert Krause heel anders uit. Tijdens hun zestien lange jaren durende langzame tochten, veelal te paard, in de nog nauwelijks ontdekte landschappen van niet in de laatste plaats Argentinië, waaronder de onmetelijke vlakke pampa’s, lijken ze meer en meer geabsorbeerd te worden door de fanatieke wil hun omgevingen, de flora en fauna en de daar wonende mensen, vast te leggen om zo een allesomvattend beeld te scheppen van het leven in dat deel van de aarde.

Duizenden grote en vooral kleinere werken zijn er het resultaat van. Vooral de olieverfschets was hen daarbij behulpzaam. Deze techniek maakte het mogelijk tamelijk impulsief herinneringen vast te houden, die later desgewenst konden worden uitgewerkt. De kunstwereld van destijds keek er echter op neer. De toen nog als excentriekeling weggezette Engelse schilder William Turner had ook al eens zoiets geprobeerd, wat hem evenmin veel lof opleverde.

Alles wat op het papier verscheen in dat heftige heden was materiaal voor toekomstige composities, maar zelfs het voorlopige kende een grens. Je zou zeggen dat elk volume dat in de gauwigheid neergekrabbeld was met de overige verenigd moest worden in de rust van het atelier, rand tegen rand, als een puzzel, zonder dat er plekken openbleven.

Wat Aira’s novelle, die slechts honderd bladzijden telt, waaronder ook nog enkele met illustraties, zo bedwelmend maakt, is de geïnternaliseerde traagheid van het destijdse reizen. Zijn rijke zinnen, verwijzend naar vergezichten, bergketens, bodemomstandigheden, kleurrijke passanten, weersomstandigheden en soms onnavolgbare schilderkunstige filosofieën, laten het enorme verschil met de snelheid van tegenwoordig, de tragere waarneming, effectief uitkomen.

Waar de hedendaagse mens nauwelijks meer tijd heeft voor introspectie, kunnen Rugendas en Krause er juist niet aan ontkomen. In de eerste plaats Rugendas, maar ook de wat praktischer ingestelde Krause, vluchten daarom geestelijk in een niet aflatende bezetenheid om te tekenen en schilderen. Zelfs nadat Rugendas door een bizar ongeluk met een paard zwaar gewond en verminkt raakt en te maken krijgt met toevallen, wanen en vreselijke hoofdpijnen, weerhoudt niets hen van het maken van nieuw werk. Ook vreeswekkende onderwerpen als aardbevingen en aanvallen door Indianen, kunnen zich voor hem niet snel genoeg aandienen. Ware passie.

André Keikes

César Aira – Een episode uit het leven van een landschapsschilder. Uit het Spaans vertaald door Adri Boon. Koppernik, Amsterdam. 104 blz. Geïllustreerd. € 17,50.