Een hinderlijk obstakel op weg naar volwassenheid

Na het positief ontvangen Kindertijd is nu Jeugd verschenen, het tweede deel van de autobiografische Kopenhagen-trilogie van de Deense schrijfster Tove Ditlevsen (opnieuw uitstekend vertaald door Lammie Post-Oostenbrink). Hierin kijkt ze met een scherpe en vertederde blik terug op haar jaren als adolescent. De 15-jarige Tove ziet zich door geldgebrek in het gezin gedwongen met school te stoppen. Dat is het begin van een lange reeks geestdodende baantjes die soms zwaar op haar gemoed, maar ze laat er haar droom om schrijfster te worden niet door breken. Op de zeldzame momenten dat ze alleen is, haar ouders wonen bescheiden, schrijft ze gedichten die ze door een oudere vriend van de familie laat lezen. ‘Deze gedichten,’ zeg die, ‘stellen niet veel voor, maar zijn wel een aanwijzing dat je wellicht ooit dichter zult worden.’ Die eerlijke opinie stemt haar gelukkig en sterkt haar om door te zetten.

Tove wil zoals veel tieners dolgraag het huis uit, weg van haar ontevreden moeder en haar begripvolle maar tegelijk ook defaitistische vader. Dat kan echter pas als ze 18 is. Of als ze trouwt. Tijdens een van uitjes met haar vriendin Nina komt ze op een zekere dag Aksel tegen. ‘Hij heeft een rond, vriendelijk gezicht en alles aan hem attendeert je erop dat hij ooit een kind is geweest. […] Er hangt een vage vollemelklucht om hem heen.’ De ontmoeting leidt tot een verloving die snel op de klippen loopt. De passage waarin het koppel beslist om uiteen te gaan, is een van de hoogtepunten van het boek.

Met de opkomst van Adolf Hitler in Duitsland en Mussolini in Italië pakken de donkere wolken van het fascisme zich intussen samen boven Europa. De twee despoten kunnen in Denemarken op enige sympathie rekenen, maar niet bij Tove en al helemaal niet bij haar vader, die de socialistische beginselen aanhangt. Die dreiging komt nooit op de voorgrond maar neemt gaandeweg toe, zoals dat ging in een tijd waarin de snelheid van het nieuws – en de daaraan gekoppelde meningsvorming – niet bepaald werd door het internet, maar door de gevatheid waarmee internationale journalisten reageerden op de laatste politieke ontwikkelingen in de wereld.

Tegen die achtergrond gaat Toves strijd voor zelfstandigheid ongemeen voort. Ze probeert zich te bevrijden van haar ouders en familie, die ze zonder het zo te benoemen kneuterig en bekrompen vindt en beschouwt als een rem op haar ontwikkeling als vrouw en schrijfster. ‘Ik ben mijn familie zo beu, want het is alsof ik elke keer dat ik me vrij wil bewegen tegen hen aan bots.’ Daarin verschilt ze allicht niet zo veel van haar leeftijdgenoten, maar het zet haar ertoe aan nieuwe wegen te verkennen, andere mensen te leren kennen die haar verlangen naar waarde zullen schatten. Ze vindt zo iemand in Viggo F., de uitgever van het op kleinschalige druk verschijnende cultuurtijdschrift Vild Hvede, die haar talent onderkent en zich opwerpt als haar geestelijke mentor. Hij neemt enkele gedichten van haar op in zijn tijdschrift en geeft daarna de aanzet tot het verschijnen van haar eerste gedichtenbundel.

In dit tweede deel van de Kopenhagen-trilogie neemt Tove Ditlevsen de lezer mee naar haar tienertijd. Naar jaren van geldnood, opstandigheid (zij het in bescheiden mate), naderend politiek onheil en de uiteindelijke vervulling van een jarenlang gekoesterde wens. Ze doet dat zonder die tijd te romantiseren en door openhartig over zichzelf en de mensen om haar heen te schrijven, waarbij ze zowel zalft als slaat. Ditlevsen giet haar herinneringen in zorgvuldig geformuleerd proza, ook wanneer ze voor een wat poëtischere klank kiest. Het is haar doorgaans nuchtere toon, die afstandelijke betrokkenheid, die dit verhaal doet overtuigen. ‘Zelfs je jeugd is tijdelijk, broos en vergankelijk. Je moet erdoorheen, want verder heeft het geen nut.’ De jeugd als lastig obstakel op weg naar volwassenheid. Alsof daar alle heil van te verwachten is. Of dat in het geval van Tove Ditlevsen inderdaad het geval is, zal blijken in het derde deel van deze levendige trilogie.

Martin Overheul

Tove Ditlevsen – Jeugd. Das Mag, Amsterdam.d 194 blz. € 20,99.