Picasso in Schoorl

Soms zijn de bijfiguren in de geschiedenis interessanter dan de hoofdrolspelers. Niemand kent meer de journalist Tom Schilperoort die aan het begin van de twintigste eeuw verkeerde in artistieke kringen rond de schilders Kees van Dongen en Otto van Rees in Parijs. Nadat zijn geld uit een kleine erfenis op was, keerde hij berooid naar Nederland terug en daaraan hebben we te danken dat een van zijn vrienden uit Parijs hem kwam opzoeken in Schoorl: Picasso. Natuurlijk viel de charmante Spanjaard wel in de smaak bij de Hollandse meisjes, waaronder de vriendin van Tom.

Dat hele verhaal over Picasso in Nederland wordt door de verteller Kris gebracht vanuit een toekomst die enkele decennia voor ons ligt. Het Nederland van de toekomst kent dystopische trekken: de zeespiegel is enorm gestegen en zorgt voor een veranderende kustlijn, de politieke strijd wordt beheerst door een charismatische leider van een soefiorde, zelfrijdende auto’s en drones bepalen de buitenwereld.

Kris is in die toekomst bezig met een virtueel scenario waarbij bezoekers, vooral Chinezen, aan Noord-Holland een dagje naar Schoorl kunnen om de historische sensatie te beleven op dezelfde plek als Picasso te hebben gestaan. De werkelijkheid en de virtuele werkelijkheid komen over elkaar heen te liggen. Dat Kris bij de research de veroorzaker is van een ongeluk waarbij een vrouw op de fiets bijna blind wordt is een complicerende factor. Kijken en zien zijn twee verschillende zaken en dat motief wordt in de twee verhaaltijden verschillend uitgewerkt. De vrouw weet ook niets meer van het ongeluk, wat Kris in staat stelt om de werkelijke toedracht een beetje te herschikken. Fictie wordt de nieuwe werkelijkheid.

Weijts heeft met Furore zijn beste, meest uitdagende roman geschreven. Het is een uiterst geconstrueerde roman, die toch speels blijft. Het verhaal zit vol verwijzingen naar het werk van Nescio, omdat Tom Schilperoort wellicht model heeft gestaan voor Japi uit De uitvreter. Furore gaat ook over de kracht van het vertellen van verhalen. De aanwezigheid van het genie Picasso in Nederland wordt pas boeiend dankzij het levensverhaal van de mislukkeling Tom Schilperoort. Het duurt even voordat Kris beseft dat hij in plaats van een script voor toeristen beter een boek kan schrijven, al is in 2054 het fenomeen boek iets wat bijna uitgestorven lijkt te zijn. Furore laat echter de waarde van fictie zien, van verzonnen levens die die gestoeld zijn op een historische of futuristische werkelijkheid. Zolang er dit soort boeken geschreven worden is de literatuur nog niet verloren.

Coen Peppelenbos

Christiaan Weijts – Furore. De Arbeiderspers, Amsterdam. 414 blz. € 23,50.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 18 december 2020.

Lees ook de recensie van Miriam Piters over dit boek.