Een Tsjechische odyssee

Ruw én poëtisch, hard én gevoelig, grappig én wreed, diep én plat, realistisch én surreëel grotesk, eenheid én veelheid, welk spectrum je ook kiest, Een gevoelig iemand, de nieuwe, lijvige en uitzonderlijk goede roman van de Tsjechische schrijver Jáchym Topol (1962) schiet permanent en in razend tempo heen en weer van het ene uiterste naar het andere.

Het verhaal begint met de tocht die Papa, zijn vrouw Sonja, hun zoon, ‘de jongen’, die ondanks zijn twaalf jaar of daaromtrent niet praat en een zuigeling, door heel Europa voert, met als eindbestemming hun geboortegrond, een Praagse voorstad aan de rivier de Sázava.

Ze reizen met hun aftandse kampeerbusje literaire festivals af, waar papa de podia bestijgt om min of meer geënsceneerde teksten te reciteren. Maar men hoeft hem niet meer, of zijn boeking deugt niet, of het festival is de nek omgedraaid door de plaatselijke Halbe Zijlstra van dienst, zodat ze steeds afhankelijker worden van diefstallen en hun tocht een permanente vlucht wordt. Die zelfs naar het strijdgewoel in het oosten van Oekraïne voert. Daar houden ze een zwarte limousine aan over, waarmee ze via Slowakije eindelijk Tsjechië en de Sázava bereiken.

Waarna het verhaal zich snel vertakt. Sonja’s vader blijkt stervende, liggend in zijn eigen vuil, zijzelf moet in het ziekenhuis worden opgenomen en papa zoekt hulp bij zijn oude vrienden. Wat een nieuwe reis inluidt, niet zozeer in geografische als wel in sociale zin, een helse tocht namelijk door de sociale onderkant van Tsjechië.

Zijn vrienden blijken verwikkeld in allerlei conflicten, die met meedogenloos geweld worden beslecht. Een autosloperij aan de oever van de Sázava is hun hoofdkwartier. Ze baten een bordeel uit en hebben hun zinnen gezet op een groot terrein langs de oever dat ooit, in de communistische jaren, een vakantieoord was met hutten en een strandje. Na elke winter overstroomt het gebied wel een keer. Omdat al jaren niemand nog de moeite heeft genomen de boel op te ruimen, zijn de hutten vervallen en verrot, terwijl het hele terrein bezaaid is en de struiken volhangen met afval, door de gezwollen rivier aangevoerd.

Net als de Sázava treedt ook het verhaal vaak buiten zijn oevers. Papa, met zijn zwijgende zoon en de zuigeling, meegezeuld in een boodschappentas, probeert zich een weg te banen door de groteske, maar levensgevaarlijke conflicten, onder meer met een motorbende. Hij houdt zich voornamelijk op de been met alcohol, die permanent blijft stromen, alweer net als de Sázava. Zijn zoon – indien een hoofdpersoon moet worden aangewezen, dan is hij het – houdt zelfs tijdens de hachelijkste momenten het hoofd koel en doet wat nodig is om zijn vader en zijn zuigelingbroertje er zonder kleerscheuren doorheen te loodsen.

Maar dat zijn alleen maar hoofdlijnen, de stam en de takken van Een gevoelig iemand. Terwijl veel van de kracht van deze ijzersterke roman in de twijgen, de bladeren en de bloeivormen zit. En in de taal. Dialogen vol obsceniteiten worden afgewisseld met lyrische alinea’s. Zelfs het vuil en de stank, alom aanwezig, krijgen een bijna poëtische behandeling. Overigens zal de lezer, meegesleurd door deze voortdenderende roman, die dankbaar als rustpunten ervaren.

Topol voert een hele menagerie aan personages op en allemaal krijgen ze hun eigen verhaal. De mannen zijn zonder uitzondering rauwdouwers, want om overeind te kunnen blijven in het leven moeten ze het hebben van hun vuisten en hun intimiderende verschijning. Maar onder hun bepantsering gaat ook gevoeligheid en sentimentaliteit schuil en verlangen naar liefde. De vrouwen zijn hard, harder soms nog dan de mannen, maar onder al dat zieleneelt zit ook bij hun een gevoelig hart. De gevoelige iemand van de titel, dat zijn ze op de keper beschouwd allemaal.

De ouderen halen soms herinneringen op de communistische tijd, aan de ‘Ruskies’ en aan de inval die in 1968 een hardhandig einde maakte aan de Praagse Lente. Ze zullen het nooit openlijk toegeven, maar nog steeds zijn ze bang voor de Russen. Liever vertellen ze vol trots hoe toen een Russische tank met bemanning en al van de brug lazerde, in de Sázava. Die T-34 zal trouwens nog een belangrijke rol gaan spelen. Topol grijpt de Ruskie-angst aan voor enkele passages met harde uithalen naar de Tsjechische president, Milos Zeman, die zijn gelonk naar Poetin met behulp van grof populisme aan veel Tsjechen weet te verkopen.

De centrale rol die Topol toebedeelt aan de Sázava versterkt het besef dat alles stroomt. Niet kalmpjes en met trage gelijkmatigheid, maar wild meegesleurd en door keien en rotsen in de rivierbedding in stukken gereten. Levens, vriendschappen, liefde en verliefdheid, de hoop die geloof moet bieden, in Een gevoelig iemand ontkomt niets eraan.

De dood, sterven en vergaan zijn prominent aanwezig, maar toch is Een gevoelig iemand niet een roman waar slechts wanhoop uit opstijgt. Fatalisme is de personages vreemd en als al eens eentje door melancholie worden overvallen, staat altijd wel een ander klaar die met een grap voor verlossing zorgt en met een fles om brandstof te leveren voor nieuwe levenslust.

Na de laatste bladzijde zul je als lezer eerst moeten uithijgen. Verbaasd vraag je je af hoe Topol erin geslaagd is zoveel stijlregisters en zo’n stortvloed aan verhalen tot één geheel samen te smeden. Daarna weet je wel wat je gaat doen. Opnieuw aan Een gevoelig iemand beginnen.

Hans van der Heijde

Jáchym Topol – Een gevoelig iemand. Vertaling Edgar de Bruin. Voetnoot, Antwerpen. 476 blz. € 26,00.