Ezelspalen voor de keizer

Begin tweede eeuw schreef Gaius Suetonius Tranquillus twaalf keizerbiografieën, gebundeld in Keizers van Rome, dat vrijwel intact is overgeleverd. Die twaalf keizers bestreken, Julius Caesar meegerekend (zijn formele titel luidde dictator perpetuus, dictator voor het leven), de periode van 44 v.Chr. tot 96 n.Chr., toen Domitianus stierf.

Er zouden nog vele keizers volgen, helemaal als je die van het Oost-Romeinse Rijk meetelt, dat zoveel langer bleef bestaan dan het (West-)Romeinse. In de Historia Augusta zijn nog dertig van zulke biografieën opgenomen, de periode bestrijkend van 117 tot 285. Hoewel met hun nadruk op persoonlijke kenmerken qua aanpak vergelijkbaar met Suetonius werk, zijn die dertig bij lange na zo accuraat niet, laat staan dat ze even betrouwbaar zijn. Historici gaan er tegenwoordig van uit dat de hele verzameling een vervalsing is, een eeuw later geschreven dan gesuggereerd en waarschijnlijk bedoeld om een gemakzuchtig, sensatiebelust lezerspubliek te bedienen.

Eén van die dertig gaat over Heliogabalus, die in 218, op zijn veertiende (!), keizer werd en dat vier jaar zou blijven. In 222 werd hij door zijn eigen wachters om het leven gebracht, waarna zijn lijk door de straten werd gesleept en in de Tiber geworpen.

Vincent Hunink publiceerde al in 2001 een vertaling van deze Heliogabalus-biografie. In 2020 verscheen een herziene editie, met noten en een nawoord van Hunink. Een deel van het bovenstaande is aan dat nawoord ontleend.

We kennen allemaal Nero en Caligula als de meest verdorven Romeinse keizers. Maar ook als wat de anonieme scribent over Heliogabalus beweert maar voor de helft waar is en die helft schromelijk overdreven, dan nog stak hij dat tweetal naar de kroon.

Hij zou een priester(-zoon?) zijn geweest, afkomstig uit wat nu Syrië is. Zijn naam, eigenlijk een bijnaam (zijn werkelijke naam was Varius Avitus Bassanius), refereert aan de cultus van de onoverwonnen zon, Sol Invictus in het Latijn, een cultus die enige tijd veel aanhang genoot in zuidoostelijke delen van het Romeinse Rijk.

Volgens de biograaf deed Heliogabalus er in Rome alles aan om de traditionele Romeinse godsdienst te bezoedelen ten gunste van de zonnecultus. Alles, inclusief het onteren van een van de Vestaalse maagden. Maar zijn seksuele voorkeur lag op een ander terrein: hij liet zich zo vaak hij kon anaal bezitten, liefst door mannen die extreem zwaargeschapen waren. Wachters werden op dat kenmerk geselecteerd, maar er ook op uitgestuurd om kerels met “ezelspalen” van de straten van Rome te plukken. Het is aannemelijk dat de biograaf hier zijn fantasie de vrije hand heeft gegund om Heliogabalus belachelijk te maken. Voor mannen was seks met een andere man niet volkomen taboe, mits ze maar de penetrerende partij waren. Gepenetreerd worden daarentegen gold echter als uiterst beschamend.

De eetfestijnen die Heliogabalus aanrichtte konden met hun twintig gangen met uiterst kostbare gerechten tot een etmaal duren, na elke gang onderbroken door seksuele intermezzo’s en zwempartijtjes in baden gevuld met wijn. Toneelvoorstellingen waarin overspel deel uitmaakte van de intrige, liet hij onderbreken, van de acteurs of publiek eisend op het toneel te doen wat in het stuk slechts werd gesuggereerd.

Dit is maar een kleine greep uit het vele waartoe deze adolescent in staat leek toen hij alles wat hij wilde ook kon krijgen of laten gebeuren. Maar een passage, door de biograaf bedoeld als scandaleuze anekdote, werpt misschien een ander licht op Heliogabalus. Toen hij voor het eerst een vergadering van de senaat bijwoonde, eiste hij dat ook zijn moeder werd toegelaten, ongehoord in dit exclusieve mannengezelschap. Had hij zijn moeder nodig voor advies? En had zij dus gezag, ook over haar zoon? Indien ja, wat sommige historici inderdaad stellen, dan was zij of net zo liederlijk als hij, of ze liet haar moederlijke gezag ook gelden als er weer eens een ezelspaal in zoonliefs achterste stak, zou je zeggen.

Heliogabalus besefte dat zijn keizerschap wegens al die uitspattingen niet lang kon duren. In de interessantste passages vertelt de biograaf hoe hij zijn dood dacht te kunnen regisseren en daar alvast voorbereidingen toe trof. Het zou anders lopen.

Hans van der Heijde

Het schandelijke leven van Heliogabalus – de decadentste keizer van Rome. Vertaling en toelichting: Vincent Hunink. Astoria, Benthuizen. 70 blz. € 12,50.