Vermakelijk interview met Jean Pierre Rawie in HP/De Tijd. Nick Muller vraagt hem naar zijn voorkeuren binnen diverse kunstuitingen. Natuurlijk gaat het ook over poëzie. Rawie is niet helemaal onder de indruk van zijn jongere collega’s:

Ik heb behoorlijk veel poëzie gelezen, ik heb me moeilijke talen eigen gemaakt om gedichten in de oorspronkelijke vorm te lezen, maar de enige poëzie die ik niet begrijp is die van eigentijdse Nederlanders. Als ik die mensen weleens ontmoet, heb ik niet de indruk dat ze intellectueel mijn meerdere zijn, dus dan krijg ik toch het vermoeden dat ik belazerd word. Daarom lees ik dus heel weinig eigentijdse poëzie.

De poëzie van Ilja Leonard Pfeijffer komt ook nog ter sprake. Die heeft volgens Rawie een andere ontwikkeling doorgemaakt:

Pfeijffer heeft altijd beweerd dat niet-begrijpelijke poëzie beter is dan begrijpelijke poëzie. Inmiddels heeft hij door dat je veel meer prijzen krijgt en boeken verkoopt als je sonnetten schrijft – over die sonnetten zal ik me maar niet uitlaten – en heeft hij zich toegespitst op de ‘begrijpelijke’ poëzie. Het is heel faciel wat hij doet.

Ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van Rawie verschijnt volgende maand de bundel Een luchtbel in een vluchtige rivier.

Lees het hele interview hier (€).