Met het poëziedebuut En niet bij machte heeft J.V. Neylen de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs 2021 binnengesleept. Op Tzum oordeelde Jan de Jong al over de bundel: ‘een prestatie van formaat.‘ Neylen kan 7.500 euro bijschrijven op haar bankrekening en krijgt ook nog iets glasachtigs.

De jury schrijft onder meer:

De bundel is een rijk debuut. De juryleden zijn met name getroffen door rake zinnen, zoals ‘ik schudde de takken uit mijn hoofd, nam een blad en sneed de dag opnieuw aan stukken – hoe grandioos ik hem beginnen zou’ en ‘de mist die in mijn keel is gezakt’. Niet bij machte is beslist anders dan alle andere ingestuurde bundels en biedt een heel ander geluid dan wat je meestal in de hedendaagse poëzieproductie leest. De tekst is ook gedurfd: in een soort bewuste ouderwetsheid bouwt de dichter een poëtische wereld op, met opvallende aandacht voor de taal zelf. J.V.Neylen heeft in haar debuut al meteen een patent op een eigenzinnig beeldarsenaal.

En niet bij machte bevat gedichten, in een hechte compositie gepresenteerd, over keuzes die we allemaal maken: wanneer ik naar mijn werk ga, verlaat ik dan mijn dag? Ja, dat moet het zijn. En dat is ook vertwijfeling. Want als je je dag verlaat, ben je weer een dag uit je leven kwijt. Die bijna melancholieke ondertoon schuilt in veel van de gedichten. De titel van de bundel kan als programmatisch worden gelezen: de ik-figuur is niet bij machte contact te krijgen met de buitenwereld, zoals in het gedicht ‘12.00’: ‘Ik tik mijn marionettenvingers / op de ruimte die niet opensplijt. Ze hebben niets // omhanden deze handen – verdwaald / in een dag die speelt voor dood. Zijn zilver // trekt als een helm over mijn hoofd’.
Het is vooral de combinatie van het zilver van de dag en de helm over ‘mijn hoofd’ die hier opvalt. In de beeldentaal is zilver als metaal van schitter en glans op beklemmende wijze verbonden met de dood, met een helm. Dat laatste beeld kan duiden op gevangenschap en machteloosheid om een uitweg te vinden. Maar het is tezelfdertijd een wapen tegen diezelfde dood en wie weet de buitenwereld.
Op meesterlijke wijze, zeker voor een debuut, worden dergelijke ambivalenties gethematiseerd. Zonder boodschapperig en vertellend te schrijven, doet de dichter een beroep op de verbeeldingskracht en de creativiteit van haar lezer. Dat zij die ruimte creëert voor de lezer, die ontvankelijk is voor de beeldspraak en de idiomatische zegging van de gedichten, draagt er aanzienlijk toe bij dat hij of zij zich van meet af aan betrokken voelt, dat de poëzie in En niet bij machte niemand onberoerd kan laten. De jury is onder de indruk van zoveel branie en métier, en draagt om die reden eensgezind de bundel voor als laureaat van de Van der Hoogtprijs 2021.

De juryleden waren: Pia de Jong, Kester Freriks (voorzitter), Yves T’Sjoen, Hanneke van Eijken en Lies Van Gasse.