Altijd weer een feest om te lezen: het tweewekelijkse stukje van Matthijs van Nieuwkerk in de Volkskrant. Het begint deze keer met een mooie humble brag:

Ik verdwaal ’s nachts weleens in dreams of hope waarin mij dan, als tweewekelijks buitenspeler in deze bijlage, door de eindredacteur wordt gevraagd naar mijn vijf beste boeken van het jaar. Mijn lijstje! Maar dat finale wikken & wegen is het exclusieve ereklusje van de echte boys en girls, I know. Sweet dreams.

Laten we de rest van het stukje even los zien van de formulering waarmee hij zichzelf outsider en leek positioneert terwijl hij toch elke twee weken 600 woorden mag schrijven over een boek. Van Nieuwkerk weet halverwege maart al wat een van de beste boeken van het jaar 2021 is: Liefdesverklaring aan de Nederlandse taal van Mira Feticu.

Dat belooft wat. Maar eerst krijgen we een opmerking over de titel en de cover:

Toegegeven: de morsdode titel is allesbehalve een wervende uppercut; godallemachtig zeg, anybody home? Maar laat u niet wegjagen. Ook niet door de blaartrekkend brave Reader’s Digest-cover.

Oké, dan wil je toch weten wat er wel zo goed aan is, maar Van Nieuwkerk gebruikt vervolgens 250 woorden om een herinnering op te halen aan Mira Feticu die te gast was bij DWDD omdat ze met open ogen in een practical joke was gelopen.

Er blijven minder dan 200 woorden over in het stukje die Van Nieuwkerk gebruikt om Feticu nader te introduceren. En dat ze net als ‘Nabokov, Beckett en Conrad’ en ‘Ionesco’ in een nieuwe taal moest leren schrijven. En in de 100 woorden die nog resteren, inclusief een citaat van Emil Cioran, kunnen we dan eindelijk iets lezen – geflankeerd door superlatieven – over de inhoud van het boek.

Helaas zijn de 600 woorden dan alweer op. Van Nieuwkerk besluit met de slotzin: ‘Lees zelf maar.’