De Graal en de natuurkunde, parallelle werelden, dat is de werktitel voor het ambitieuze project waar Ard Posthuma aan werkt samen met natuurwetenschapper Maarten de Haan. Al eerder vertaalde Postuma het onvoltooide middeleeuwse werk van Chrétien de Troyes. Daar waar de oorspronkelijke tekst stopte, ging Posthuma verder. Posthuma op zijn blog.

Bij het schrijven daarvan was mijn probleem het verhaal zo te beëindigen dat het mysterie van de Graal intact zou blijven tot het eind ter tijden. Ik besloot mijn licht op te steken bij de astrofysica, bij de ontploffende sterrenstelsels, de alles opslokkende zwarte gaten, de donkere materie waarin ik het mysterie kon laten verdwijnen. Om die duizelingwekkende uiteinden van ruimte en tijd te kunnen benaderen moest ik Einstein de middeleeuwse wereld binnensmokkelen. Hij verschijnt als de witharige speelman die in het bezit is van de toverformule E = mc2 en geeft die mee aan de Energieke ridder Gawan:

‘Van deze weg is geen terug
want halverwege is een brug
die lijkt te zweven en die slechts
bestaat uit leggers, links en rechts,
maar zonder loopvlak tussen beiden:
die brug kan niemand overschrijden
die niet qua massa en gewicht
sneller is als een bliksemschicht.’

Dat gaf de aanzet tot een modern vervolg waarin De Haan de wereld van de natuurkunde op een andere manier voor het voetlicht kan brengen.

Een maand geleden kwam hij met de suggestie mijn versie uit te breiden en er een aparte publicatie van te maken. Tweetalig welteverstaan: de taal van de literaire verbeelding naast de taal van de moderne wetenschapper. Ik vond het een boeiend idee mits hij het wetenschappelijke deel voor zijn rekening zou nemen. Een week geleden kreeg ik zijn eerste bijdrage.
Hierbij kondig ik officieel ons nieuwe project aan dat een symbiose of, moderner uitgedrukt, een kwantenverstrengeling van literatuur en exacte wetenschap hoopt te worden. Uitgevers, grijp u kans!

Via dit blog kom je meer te weten.

(afbeelding via Archibald_Tuttle op Wikipedia, CC BY-SA 3.0)