Levensechte figurant

Het leven van Lon ziet er mooi uit als Melktanden van Emma Curvers begint: ze gaat samenwonen met Philip en ze is vooral bezig met de samensmelting van hun huisraden. Dat Lons moeder spullen van Lon wil bewaren, voor het geval het toch fout gaat, ziet Lon vooral als een projectie van haar moeder. De ellende is dan al gezaaid. Lon ervaart haar leven, haar relatie, eerder als af, dan als het begin van iets moois, maar tegelijk iets dat veel onderhoud en werk vereist. Het is misschien dit te romantische beeld dat haar voor de rest van de roman passief maakt. Of ze is zo afhankelijk van Philip dat ze alles van hem tolereert.

Ze beginnen nog samen met zijn obsessie voor all-you-can-eat-restaurants en haar fascinatie voor achtbanen, maar al snel ontwikkelt Philip verlangens waar Lon niet voor nodig is. Hij maakt een bucketlijst en zet er ook op ‘trio’ waarvan het onduidelijk is of Lon daaraan mee zou moeten doen. Ze praten niet met elkaar en laten de relatie langzaam desintegreren. Dat is vooral voor Lon pijnlijk, want zij is zeer van hem afhankelijk terwijl hij dat niet van haar is: hij heeft zijn eigen plannen en ideeën. Een van die ideeën is Xenia, die volgens Philip wel in de fluïde relatie van Philip en Lon opgenomen kan worden. Lon verzet zich, zonder woorden en eigenlijk zonder dat iemand haar verzet ook maar opmerkt: haar verzet is volkomen zinloos. Zo koopt ze anoniem een tweedehands trui van Xenia en draagt die pontificaal voor Philip, met de boodschap: kijk, ik heb je door! Kijk naar me! Zie me! Philip heeft uiteraard niets door. Ook Lons inspanningen een maatje van de oma van Xenia te worden zetten weinig zoden aan de dijk, maar zijn een zegen voor het boek, want deze Louise is wijs, grappig en tegelijkertijd zelfzuchtig en eerlijk. Ze is, net als vrijwel elk personage in deze roman rond en levensecht. Daarmee is de grootste kracht van de roman genoemd: je gelooft de personages.

Het is verleidelijk om Lon te zien als een exponent van haar generatie, zoals bijvoorbeeld Sebastiaan de Kort in de NRC doet, en dat is zeker uit bijvoorbeeld de volgende dialoog te halen:

‘Deze Philip keek even opzij en je geeft meteen op. Dat is geen kwestie van met je laten sollen. Dat is een egokwestie. Dat zie ik bij meer jonge mensen. Je moet jezelf niet zo belangrijk maken. Als je je daar niet overheen kon zetten, dan was het de moeite misschien niet waar ook. Het huwelijk, elke relatie, is een onderneming die je niet failliet kunt verklaren om de koers van de dag. En nu wil ik tv-kijken.’
(…)
‘Ik zou liever niet hoeven kiezen tussen mijn relatie of mijn eigenwaarde.’
‘Droom verder. Weet je, meisjes van jouw leeftijd denken altijd dat ze de hoofdpersoon zijn, terwijl je soms maar gewoon een figurant bent.’
‘Een beetje makkelijk om hier een generatieprobleem van te maken, niet?’

De beeldspraak van Curvers is vaak precies goed, ook hier wordt eigenlijk de hele roman krachtig samengevat in één beeld: het hoofdpersonage is een figurant terwijl ze denkt de hoofdpersoon te zijn.

Erik-Jan Hummel

Emma Curvers – Melktanden. Pluim, Amsterdam. 256 blz. € 22,50.