Bomen en bossen

De aandacht voor het milieu, waaronder het tegengaan van de wereldwijde ontbossing, lijkt ook te zijn doorgedrongen tot de Amerikaanse literatuur. Zo spelen bomen en bossen een voorname rol in recente romans van Richard Powers (Tot in de hemel, 2018) en Karl Marlantes (De rivier, 2019). Daaraan kan nu Greenwood van de Canadese ex-skateboarder Michael Christie worden toegevoegd.

Greenwood is ook een familiesage. Christie trekt dwars door de tijd; chronologisch gezien omspant Greenwood de jaren 1908 tot en met 2038. De roman begint in 2038, met de zin: ‘Ze komen voor de bomen.’ Tien jaar daarvoor werd de aarde geteisterd door stofstormen, insectenplagen en verwoestende schimmels – de Grote Verdorring – waardoor er slechts een handjevol oerbossen resteert. De Bomenkathedraal van Greenwood, een bebost eiland voor de kust van British Columbia, is daar een van en Jacinda – Jake – Greenwood is er bosgids om degenen die voor de bomen komen te entertainen. Als haar ex-verloofde, tevens advocaat, haar komt vertellen dat zij feitelijk de enige erfgenaam is van de eigenaar van Greenwood, begint Christie een achterwaartse reis door de tijd. Voorin de vuistdikke roman is dit treffend geïllustreerd door de doorsnede van een boom met daarbij de nadruk op de jaarringen van 2038, 2008, 1974, 1934 en 1908. En zo reist de lezer door de tijd om in elk gemarkeerd jaar in een boeiend verhaal meegenomen te worden door een voorouder van Jake.

Centraal hierin staan bomen, bossen, de houtkap en de industriële revolutie – de laatste waarmee families als de Rockefellers en de Vanderbilts – en dus ook de fictieve Greenwoods – hun vermogen in de vroeg twintigste eeuw hebben vergaard. Greenwood is geen lineaire vertelling; Christie reikt stukjes en beetjes aan om zijn uitstekend geconstrueerde verhaal compleet te maken. Hij doet dat bovendien in een heldere stijl, met aandacht voor de typering van karakters en een goed oog voor de woeste natuur van West Canada. Greenwood is niet per se een dystopische roman, het is zeker ook een generatie- en avonturenroman waarin nadrukkelijk tot uiting komt dat de kinderen en de erfopvolgers de last hebben te dragen van de afslagen die hun voorouders hebben genomen.

Hij heeft zijn verleden altijd beschouwd als een enorme oplegger die hij voorttrekt en die hem zal overrijden en verpletteren als hij het ooit aandurft te stoppen.

Michael Christie gebruikt in Greenwood de metafoor van bomen, bossen en hout echter niet alleen om een fraai uitgewerkt familieverhaal te vertellen, met de bomen als stille getuigen, maar ook om te waarschuwen dat het mogelijk nog niet te laat is voor de mensheid om op zijn schreden terug te keren; geen dystopische roman, maar een eco-roman – met bomen in de feitelijke hoofdrol: ‘Hout is gestolde tijd.’

Wiebren Rijkeboer

Michael Christie – Greenwood. Vertaald door Anke ten Doeschate. Signatuur, Amsterdam. 526 blz. € 24,99.