Indië als een verscheurde idylle

Louise Benda is vijf jaar als er in april 1939 een einde komt aan haar idyllische leventje op Java. Het schip de Garoeda (‘Garoeda was de grote geluksvogel’) brengt haar, haar ouders en tante Margot naar Europa. Een jaar later is het oorlog, en uiteindelijk moet de joodse Louise onderduiken.

Dat is in het héél kort het verhaal van deze in het oog lopen≠de roman van Helga Ruebsamen die al voor verschijnen was verkocht aan uitgevers in Duitsland en Amerika. De tegenstelling tussen het bestaan in het paradijselijke Indië en het bezette Nederland kon niet groter zijn. 

De dagen bekeek ik door een klein, rechthoekig raam, dat je open kon zetten op een haak met vier gaatjes. 

Dag versus nacht. Warm versus koud. Vrij versus onvrij. Fantasie versus werkelijkheid. Lied versus waarheid.

Het is in Het lied en de waarheid de verscheurde idylle die het verdere leven van Louise Benda tekent – wat een interpretatie is, want het verhaal houdt op met de bevrijding in mei 1945. Wat er daarna met haar gebeurt, komen we niet te weten, behalve dat er herinneringen zijn en dat die worden opgetekend.

Louise Benda is de vertelster van het verhaal, de ik-figuur, en zij is begiftigd met een fenomenaal geheugen. Bandoeng, de zeereis, de aankomst in Europa, het onderduiken. Met zeer veel gevoel voor detail wordt alles geboekstaafd.

Hierdoor krijg je als lezer, paradoxaal genoeg, wel eens het idee dat er iets niet klopt. Hoe kan een meisje van vijf zoveel hebben gezien en gehoord, en vooral: hoe kan de vrouw die zij later is geworden na al die jaren zoveel hebben onthouden? Verhouden de herinneringen zich misschien ook als het lied tot de waarheid? Al op bladzijde 15 vraagt de vertelster zich af, tussen haakjes dus buiten het verhaal om: ‘Of zijn deze herinneringen vals?’ Ook elders zaait zij twijfel aan de waarachtigheid van wat zij zich herinnert:

Ik herinner me hun antwoorden niet meer. Terwijl veel onbelangrijke details mij nog zo duidelijk voor de geest staan, als de dag van gisteren. De jurken van mijn moeder en mijn tante, hun schoenen, hun kapsels, hun sjaals, hun waaiers, ik kan ze beschrijven tot in de pietluttigste details.

De ‘pietluttigste details’ vinden we vooral in het eerste deel van het boek dat met zijn 169 bladzijden ook meteen het langste deel is, hoewel het in tijd maar iets meer dan een jaar beslaat. De overige ruim tweehonderd bladzijden bestrijken een periode van zes jaar. Het zal er mee te maken hebben dat de kleine Louise haar dagen voornamelijk in ledigheid slijt – net als haar moeder.

De vader is arts in een ziekenhuis en leidt ook in de schaarse uren dat hij thuis is een teruggetrokken bestaan. Tante Margot is verpleegster in dezelfde kliniek. Zij is een zus van moeder Hélène, maar ze moet Indisch bloed hebben: ze heeft kroeshaar, een goudbruine huid en ze doorspekt haar uitspraken met Indische woorden.

Op een dag duikt oom Felix op, een broer van de vader, en er lijkt op den duur sprake te zijn van een verloving van hem met tante Margot. Maar Louise betrapt haar moeder met Felix, uiteraard zonder te begrijpen waarvan zij getuige is. Een spelletje, denkt zij. De idylle wordt abrupt verbroken als zij in haar onschuld aan tante Margot vertelt wat zij zag. Ze beseft: ‘De dingen die je vertelde, gingen leven en sprongen op je af en beten in je neus.’

Het afroepen van onheil over jezelf is een van de onderliggende motieven in deze roman. Een bewaard bruidsboeket brengt ongeluk, een tokeh mag nooit worden aanschouwd – bijgeloof dat in de luidruchtige Indische nachten een vruchtbare voedingsbodem vindt. En inderdaad: onheil blijft de familie niet bespaard. Hadden de Benda’s dan in Nederlands-Indië moeten blijven? Maar dan had de oorlog hen daar wel ingehaald. Aan het lot valt immers niet te ontkomen.

Het lied en de waarheid is een meeslepende roman, zo’n boek dat je met een gevoel van spijt dichtslaat omdat je graag nog wat langer met de hoofdfiguren had vertoefd.

Frank van Dijl

Helga Ruebsamen – Het lied en de waarheid. Roman. Contact.

Deze recensie werd eerder gepubliceerd in Algemeen Dagblad, 12 september 1997.
Helga Reubsamen werd op 4 september 1934 in Batavia geboren. Ze overleed op 8 november 2016 in Den Haag.