Magisch en surrealistisch verhaal

Leonora Carrington (1917-2011) – geboren in het Engelse graafschap Lancashire – gedroeg zich in haar vroege jeugd al eigenzinnig en opstandig, en op tienjarige leeftijd schilderde ze haar eerste surrealistische schilderij. Veel van haar schilderijen geven elementen weer uit haar jeugd en ook haar boek Alle verhalen bevat veel van deze ervaringen.

Aangezien het thuis niet op goedkeuring van haar ouders kon rekenen dat ze kunstenaar wilde worden, vertrok ze op negentienjarige leeftijd naar Parijs als minnares van de zesentwintig jaar oudere Max Ernst en verbleef ze in surrealistische kringen waar onder andere ook André Breton, Pablo Picasso, Salvador Dali en Luis Buñuel deel van uitmaakten. Als jonge vrouw in dit high brow-milieu wilde ze zich serieus genomen voelen als kunstenaar en prijsde ze zich gelukkig Max Ernst achter zich te hebben staan die haar aanmoedigde om haar grote droom na te jagen.

Wanneer ze zich, na haar omzwervingen vestigt in Mexico, legt ze zich toe op het schrijven. Carrington’s proza is lange tijd vergeten geweest. Het manuscript van Een dove oude dameThe Ear Trumpet (later veranderd in The Hearing Trumpet) – raakte zelfs een periode zoek, maar haar werk werd weer opgemerkt onder invloed van de opleving van de interesse voor de rol van de vrouwelijke surrealistische kunstenaar.

In de roman/biografie, die Elena Poniatowska schrijft over het bijzondere leven van Carrington, zijn diverse real life passages te lezen die Carrington in haar verhalen heeft verweven en in een magische, surrealistische vorm heeft gegoten.

Een dove oude dame schreef Carrington in 1976 en de roman vertelt het verhaal van een tweeënnegentigjarige excentrieke, tandeloze en bovenal stokdove dame genaamd Marian Leatherby, die sinds een jaar of vijftien inwoont bij het gezin van haar zoon Galahad en schoondochter Muriel. Een interessant detail is dat een van de ridders van koning Arthur de naam Galahad droeg. Vanuit het ik-perspectief vertelt de protagonist chronologisch haar verhaal.

Van haar vriendin Carmella krijgt ze een handig cadeau; een met ivoor ingelegde hoorn.

Niet alleen kun je naar prachtige muziek en verstandige gesprekken luisteren, maar het aardige is dat je ook uit kunt vinden wat je familie over je zegt, en dat is vast buitengewoon amusant. […] Je moet de hoorn natuurlijk goed verstoppen, anders pakken ze hem misschien af als ze niet willen dat jij hoort wat zijn zeggen.

Eenmaal thuis blijkt de hoorn haar toch veel voordeel op te leveren. Ze stelt zich verdekt op en vangt een gesprek op tussen Galahad en Muriel.

‘Je moet bedenken,’ zei Muriel vervolgens, ‘dat die ouwe mensen geen gevoelens hebben zoals jij en ik. Ze zou veel gelukkiger zijn in een inrichting, met goede hulp om haar te verzorgen. Ze regelen dat tegenwoordig uitstekend.’

Marian – wat reumatisch, maar nog altijd jong van geest – is redelijk tevreden met haar bestaan, haar eigen tuintje, katten en de kip die elke dag een ei legt op haar bed, maar zal er toch aan moeten geloven dat ze verhuizen moet naar het tehuis Broederschap van Licht voor seniele oude vrouwen. Een zeer bijzondere inrichting van allerlei surrealistische gebouwen en woningen, in allerlei vormen. Haar grote droom om nog eens naar Lapland te gaan en zich daar met een hondenslee te verplaatsen, spat met haar verhuizing kapot als een ballon.

Plezierig kan ze haar verblijf in het tehuis niet noemen en haar autonomie wordt haar daar bijna geheel ontnomen door het echtpaar Gambit, die daar de scepter zwaait en de bewoners op infantiele en sektarische wijze onder de duim tracht te houden. Een schilderij van een knipogende en duivelse non intrigeert Marian bovenmatig. ‘Dat schilderij houdt mijn gedachten bezig sinds ik het voor het eerst heb gezien. Wie is die non?’ Dan vindt ze het boek Doña Rosalinda della Cueva, abdis van het klooster van Santa Barbara van Tartarus, over de Lonkende non en de Heilige Graal. Stiekem op haar kamer lezend, wordt de boodschap van het mysterieuze schilderij haar stukje voor stukje duidelijk.

Na een dodelijk incident loopt de spanning in het tehuis danig op en weet de levenslustige Marian – door in hongerstaking te gaan – een revolte te veroorzaken met de andere dames, die de stand van de aarde doet veranderen en een nieuwe ijstijd veroorzaakt. De omgeving verandert snel en drastisch, de aarde stort volledig in en het groepje dames verschanst zich in een grot in de onderwereld, Maar niet voordat Marian – in een magisch realistische scène – oog in oog komt te staan met zichzelf, wanneer ze een vrouw in een grote kookpot ziet roeren en zichzelf in haar herkent.

Ze knikte ernstig en wees met de lange houten lepel op de soep. ‘Spring in de bouillon, er is weinig vlees in deze tijd van het jaar.’ Met zwijgend afgrijzen keek ik toe hoe zij een wortel en twee uien schilde en in de schuimende ketel gooide. Ik had nooit verwacht een glorieuze dood te sterven, maar dat ik als vleesbouillon zou eindigen was niet bij me opgekomen.

Zouden de raadsels die Marian op moet lossen in hun nieuwe microkosmos, haar uiteindelijk leiden naar de Heilige Graal? Carrington heeft de graal hier niet opgevoerd als christelijk symbool, maar deze staat in dit boek symbool voor Venus en de oer-eenheid.

‘Het lijkt wel of we in Zweden zijn. Ze zeggen dat als de as van de aarde van richting verandert, de sneeuwkap op de polen smelt en dat op de evenaar dan nieuwe sneeuwkappen ontstaan, omdat die dan op de plaats ligt waar vroeger de polen lagen.’ En opeens flitste het door me heen. Het raadsel natuurlijk.

Bijbelse verwijzingen – zoals de Ark van Noach, maar in het boek geleid door een figuur half weerwolf/half mens – en een Sneeuwkoning in een sprookjesachtige setting, zijn een zeer kleine greep uit de motieven die de auteur opvoert.

Dit wonderlijke, hallucinante verhaal is wederom geestig ‘à la Carrington’. Het intermezzo – het boek over de Lonkende non – geeft het verhaal een bijzondere, metafysische wending, maar aan het einde valt alles op zijn plaats. Met haar formidabele verbeeldingskracht weet Carrington haar verhalen een geheimzinnige, absurdistische en magische toets te geven en wederom is ze erin geslaagd om de lezer te betoveren.

Marjon Nooij

Leonora Carrington – Een dove oude dame. Vertaald uit het Engels door Nelleke van Maaren. Orlando, Amsterdam. 192 blz. € 21,50.