Over de letterdief Marc Schoorl

Bij het verlaten van de zaal Cinema 3 in het filmmuseum Eye in Amsterdam, waar zojuist de film van Adriaan Ditvoorst Paranoia (1967) naar een novelle van W.F. Hermans was vertoond, zag ik gisteren de heer Marc Schoorl staan, met zijn pas verschenen boek Glas in lood goed in het zicht, rechtop gezet op een kunststof muurtje. Ik was in gezelschap van Hermans kenner Jan Wim Derks, redacteur van het eveneens pas verschenen gedenkboek Hermans Honderd, met als mederedacteur antiquaar René Hesselink (Hinderickx en Winderickx te Utrecht). Door Schoorl René Wesselink genoemd.
         De heer Schoorl was in geanimeerd gesprek verwikkeld met een mogelijke koper van zijn boek. Bij zijn voet stond een ronde tas met kennelijk meerdere exemplaren.

Ik wilde op hem aflopen met de aansporing morgen eens het digitale blad Tzum te raadplegen bij de column van L.H. Wiener, maar de heer Derks hield mij tegen. ‘Nee, nee, niet doen! Kom mee, kijk, daar is een bar.’
         De heer Derks kent mij goed.
         En ik hem.
         Hij is veel te veel gentleman om met corrupt crapuul om te gaan.

Uit een Facebookpassage van Marc Schoorl:
‘Mijn boek Glas in lood, 100 jaar W.F. Hermans roept her en der wat reuring en verzet op. Heerlijk: opwinding, geròmmel in de letteren. Het betekent dat er waarde aan de literatuur gehecht wordt. En dat doet me deugd. Maar deug ik zelf wel?’

En hij vervolgt:
‘De econoom en Hermans-liefhebber Jan Wim Derks deed mij het volgende bericht toekomen: ‘Beste Marc, op p. 76/77 van Glas in lood schrijf je over Ik heb altijd gelijk. Het grootste gedeelte van de tekst is letterlijk (!) overgeschreven van mijn artikel in Hollands Maandblad 1992- 6/7. Dat noemt men plagiaat. In een volgende druk zou ik graag een correcte bronvermelding zien. Met vriendelijke groeten, Jan Wim Derks.’

Schoorl:
‘Plagiaat? Ik? Dat lijkt me sterk. (…) Ik ben niet van de plagiaat. Niet bewust van. (…) Ik was er best gerust op. Maar een mens kèn zich maar vergissen nietwaar? (…) Hè, jakkes. Plagiaat… Ik heb mijn stinkende best gedaan.’
         Ja, zeg dat wel.

En dan:
‘Ja, jeeh, we moeten ook weer niet overdrijven: plagiaat is geen halsmisdaad.’

For your information Marc Schoorl, rommelaar in de letteren: plagiaat is de zwaarste zonde waartoe een schrijver kan vervallen. En het excuus dat de gewraakte passage zich, geheel letterlijk, in het onderbewustzijn had genesteld is – bij een langere misgreep – een falsificatie afgeschermd met een leugen.

L.H. Wiener