Benny Lindelauf, met Hele verhalen voor een halve soldaat kandidaat voor een Gouden Griffel, besloot gisteren om niet naar de bekendmaking van de prijswinnaars te gaan. Zijn besluit stond vast na lezing van de uitnodiging, schrijft hij op Facebook:

De locatie ‘de Markthallen’ is uitsluitend toegankelijk met een treintje. De opstapplek, lees ik, is alleen bereikbaar via OV of fiets.
En o, ja ‘vanwege controle’ kan het zijn dat er ‘wat langer gewacht moet worden voordat u het treintje in kan. Houdt hier bij slecht weer rekening mee. Er is helaas geen overdekking op de opstaplocatie.’
Zijn we eenmaal binnen, dan kunnen we onze jassen en tassen achterlaten bij een garderobe. Die is echter wel ‘onbewaakt’.
De uitsmijter van de brief werd voor het laatst bewaard: ‘ Goed om te weten dat de temperatuur in de hal min of meer gelijk is aan de buitentemperatuur.’
Ik heb het CPNB gisteren onderstaande mail teruggestuurd:
Beste CPNB,
Begrijp ik het goed? Misschien lees ik verkeerd en als dat zo is: excuus. Maar klopt het dat 1. Er geen mogelijkheid tot parkeren is. 2. De opstaplocatie is niet overdekt, dus als het plenst van de regen rest ons een paraplu of regenkleding. 3. Als we onze jas willen achterlaten is dat voor eigen risico. 4. U vraagt ons of we ons in gouden feestkledij willen hijsen, maar we dienen er wel rekening mee te houden dat 5. De feestelijke ruimte onverwarmd is en dat we van 16.00-19.00 gaan kleumen bij een temperatuur van 16 graden? En dan ben ik nog gezond van lijf en leden. U bent waarschijnlijk op de hoogte dat een deel van de gasten dat niet zijn? Dat sommigen wellicht slecht ter been zijn of anderszins kwetsbaar? En dat bij een gouden jubileum? Ik vraag me af hoe een dergelijke activiteit bij de auteurs van het jaarlijkse boekenbal zou vallen.
Met tamelijk verbijsterde groet,
Benny Lindelauf
Het zal allemaal niet zo bedoeld zijn, maar de hele toon en inhoud van de brief van het CPNB ervaar ik noch als erg respectvol noch invoelend.

Ted van Lieshout (altijd genomineerd en grossier in Griffels) ging wel en werd met een treintje naar de hal gebracht.

Eenmaal in de immense hal viel het met de kou wel mee, al hield ik nog geruime tijd mijn jas aan. Een deel van de hal, ongeveer zo groot als een voetbalveld, was feestelijk ingericht met klapstoeltjes en tafeltjes, een driemansorkestje en het onvermijdelijke kinderelement dat nooit ontbreekt op een feestje voor kinderboekenmakers, in dit geval een draaimolen.

Ondanks de kou was Van Lieshout wel blij dat hij gegaan was.

Op een gegeven moment was ik zo onderkoeld geraakt dat ik het echt niet meer trok, maar ik dacht dat je het besloten terrein niet kon verlaten zonder treintje of begeleiding (een probleem: je wilt weg kunnen op een zelfgekozen moment en daar had de organisatie de gasten niet over ingelicht). Ik ging buiten kijken of dat treintje er stond en toen zag ik dat het maar 200 meter lopen was naar de openstaande poort, dus dat was makkelijk te doen.

Ben ik blij dat ik gegaan ben? Jawel. Ik zie er altijd wel tegenop dat als er een feest wordt georganiseerd voor kinderboekenmakers, de organisatie schijnt te denken dat wij kinderen zijn, maar ik ben uiteindelijk dan toch wel gecharmeerd van de creativiteit, inzet en liefde die in het evenement zijn gestoken.

Lees zijn hele verslag hier.

Bij de prijsuitreiking van de Gouden Penseel hield Michiel Romeyn zijn jas in ieder geval aan: