Eenzaamheid aan de zelfkant van de maatschappij

In het nawoord van Alle verhalen schrijft vertaler Molly van Gelder dat de Amerikaanse Carson McCullers (1917 – 1967) een buitenbeentje was en zich daarom dikwijls eenzaam voelde. Op jonge leeftijd had ze weinig affiniteit met haar leeftijdsgenoten omdat ze zich anders voelde en zich anders gedroeg. Ze viel zowel op mannen als vrouwen en kleedde zich soms in mannenkleren. Uiteraard was daar in haar tijd weinig begrip voor. Voorts heeft ze zwarte mensen nooit als minderwaardig beschouwd en schreef ze met evenveel liefde over zwarte mensen als over witte mensen. Ook daarin stond ze alleen. Dat gevoel van isolatie, eenzaamheid en vervreemding zal in haar vijf romans en in haar verhalen centraal komen te staan. Daarom schrijft ze vaak over mensen die aan de zelfkant van de maatschappij leven, buitenstaanders, mensen die op een of andere manier mislukt zijn of zichzelf kapot maken. En ook altijd over hoe moeilijk liefhebben is.

McCullers werd geboren in het conservatieve en racistische Zuiden van de Verenigde Staten. Vanaf haar zeventiende woonde ze echter grotendeels in New York, waar ze bevriend was met schrijvers en kunstenaars als W.H. Auden, Truman Capote en Tennessee Williams . Haar romans spelen zich dan ook af op die twee locaties: het Zuiden en de grote stad. Haar eerste verhalen hebben vaak de wereld van pubers of jongvolwassenen als onderwerp. In ‘Binnenplaats in West 80th Street’ wordt verteld over armoedige mensen die rond een binnenplaats wonen, maar toch geen contact met elkaar hebben. De ik-figuur is eenzaam: ‘Ik was druk bezig vrienden te maken op de universiteit, maar was nog nooit zo alleen geweest.’ De man van een koppel verliest zijn werk en plots is er zelfs geen geld meer om melk te kopen. ‘Adem uit de lucht’ is autobiografisch. Een jonge vrouw bevindt zich in het isolement van een ziekenhuis om te herstellen van pleuritis. Ook McCullers werd op haar vijftiende opgenomen in een sanatorium waar ze werd behandeld voor tuberculose, maar later bleek de diagnose foutief te zijn waardoor ze haar hele leven klachten had, hersenbloedingen kreeg en zelfs verlamd werd. In Niet zo wordt verteld over de relatie tussen twee zussen en hun broer. Ook hier terug de eenzaamheid:

Ik heb me nog nooit zo alleen gevoeld als die avond. Wanneer ik verdrietig ben, hoef ik alleen maar aan toen te denken: hoe ik zat te kijken naar de lange blauwige schaduwen op het gras, met het gevoel dat ik het enige overgebleven kind was in ons gezin, en dat Zus en Dan dood waren of voorgoed weg.

Alcoholisme is een weerkerend onderwerp. Jammer genoeg een probleem waar McCullers zelf ook haar leven lang mee heeft gevochten. ‘Momenten van het uur erna’ is het eerste verhaal waarin de drank opduikt. In ‘Een boom. Een steen. Een wolk’ begint een man te drinken nadat zijn vrouw hem heeft verlaten. Aangrijpend is ‘Een huiselijk dilemma’ waarin een man zijn kinderen niet alleen durft te laten bij zijn alcoholische vrouw. In kennelijke staat liet ze immers haar baby vallen. Een alcoholische schrijver met writer’s block zuipt in weer een ander verhaal zijn talent en zijn relatie kapot.

Muziek speelt in vele verhalen een rol. Omdat McCullers zelf een uitstekende pianiste was, droomde haar moeder daarom van een carrière als concertpianiste voor haar wonderkind. Hoewel ze koos voor het schrijverschap, bleef muziek haar hele leven belangrijk. Molly van Gelder wijst erop dat McCullers de fuga’s van Bach, gekenmerkt door meerstemmigheid en gevarieerde herhaling, in haar romans en verhalen verwerkt. Ook komen in veel van de verhalen muzikanten voor. In het vroege verhaal ‘Poldi’ staan een jonge pianist en een jonge celliste centraal. ‘Wunderkind’ is het relaas van een muziekstudente die pianoles volgt, vele uren per dag studeert en terugblikt op een mislukt concert. Ook in ‘Zonder titel’ krijgt de jonge Sarah pianoles en het hoofdpersonage uit Madame Zilensky en de koning van Finland geeft dan weer pianoles. Pijnlijk is het verhaal ‘De kunsten en meneer Mahony’ waarin een man applaudisseert wanneer de pianist nog niet aan het einde van het stuk is aangekomen.

De vijf romans van McCullers waren reeds vertaald. Met Alle verhalen is het volledige oeuvre in het Nederlands beschikbaar. Alle boeken zijn vertaald door Molly van Gelder. Haar verhalen zijn trefzeker geschreven en nodigen uit om traag te lezen. De beklagenswaardige, bizarre en eenzame personages die haar verhalen bevolken, worden soms meedogenloos neergezet, maar, soms met een enkele zin, weet ze niettemin ook een zekere empathie en mededogen het verhaal binnen te smokkelen. Hoe ze in soms erg korte verhalen toch een moeilijk en zwaar thema kan uitwerken, is erg knap. En de eindzinnen zijn soms geniaal. Wel is het jammer dat nergens wordt aangegeven wanneer de verhalen zijn verschenen en waar ze voor het eerst werden gepubliceerd.

Kris Velter

Carson McCullers – Alle verhalen. Vertaald door Molly van Gelder. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam. 296 blz. € 22,50.