Ze hadden alleen geen bestemming

Een plotloze thriller, daar lijkt Miniapolis wel op. Rob van Essen lijkt daarmee te verwijzen naar zijn vorige roman De goede zoon waarin de hoofdpersoon plotloze thrillers schreef. Het staat bijna letterlijk als een statement over het eigen schrijverschap in het boek als hoofdpersonen Wildervanck en Scherpenzeel het over crimi’s op tv hebben. ‘Bij een goede serie komt het plot op de tweede plaats, bijna als een noodzakelijk kwaad, zou je kunnen zeggen.’

Wildervanck en Scherpenzeel zijn collega’s op een bijkantoor in de stad. Voor Wildervanck is het werk wel heel dichtbij omdat het kantoor op de begane grond zit van het gebouw waar hij woont. Om toch enige afstand te creëren, fietst hij eerst een rondje door de wijk, voordat hij aan het werk gaat. Zijn nieuwe collega Scherpenzeel volgt hem uit nieuwsgierigheid. De absurdistische situatie ontstaat dan dat twee mannen, die eigenlijk op kantoor moeten zitten, achter elkaar aan door de stad fietsen tijdens steeds grotere tochten.

Een tweede verhaallijn gaat over de dakloze jongen Jonathan die opeens zijn moeder in de tram herkent. Dat zijn moeder in het echt al jaren overleden is, weerhoudt hem er niet van om deze vrouw, ook dakloos, op te zoeken en te volgen. Als hij haar terugvindt, spreekt ze steeds over een groot gebouw waar ze gewoond heeft. Samen gaan ze op zoek naar dat gebouw.

Bij Van Essen nemen de personages vaak een irrationele afslag in hun leven, waardoor ze met een zekere verwondering kijken naar het leven dat ze leiden. Wildervanck en Scherpenzeel fietsen zelfs samen verder zonder ooit meer naar kantoor te gaan. Ze vragen zich soms af of ze in een droom zijn terechtgekomen. De romanwereld van Van Essen is merkwaardig tijdloos; er zijn geen mobieltjes, verwijzingen naar al te herkenbare, moderne zaken ontbreken.

De meest interessante figuur is wellicht Scherpenzeel, wiens ouders gezamenlijk een einde aan hun leven hebben gemaakt. Voor hun zoon bleef slechts een ultrakort afscheidsbriefje en een kleine erfenis over. Misschien krijg je daardoor altijd wel mededogen met die figuren van Van Essen (die op het einde alle verhaallijnen weer kundig aan elkaar knoopt): ze proberen er wat van te maken, van het leven dat ze in de schoot is geworpen. ‘Ze hadden alleen geen bestemming, er was geen einde in zicht.’ Wat voor hun fietstocht geldt, geldt voor hun hele leven: ze proberen binnen hun beperkingen er iets van te maken. Meer is er niet.

Coen Peppelenbos

Rob van Essen – Miniapolis. Atlas Contact, Amsterdam. 220 blz. € 21,99.

Deze recensie verscheen eerder in een iets kortere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 29 oktober 2021.