In de lokale krant Het Parool heeft Johan Fretz een totaal andere mening over de uitspraken van Erica Meiland dan Lale Gül:

De ophef richting Erica Meiland ging helemaal niet over religiekritiek, maar over de vernederende taal die ze uitsloeg. Over het terloops op één hoop gooien van boerka’s en hoofddoeken. Je zult in dit land weinig fans aantreffen van de boerka, maar om mensen pinguïns te noemen en ze ‘rot op joh’ toe te bijten en als profiteurs weg te zetten, lijkt mij het andere uiterste. Ontmenselijking is geen mening.

Fretz snapt wel dat bedrijven afhaken bij het commerciële verdienmodel achter de Meilandjes:
Dat de vertrapten tegenwoordig ook terugpraten, is geen cancel culture of woketerreur. Dat heet emancipatie.

Lees de hele column hier.

Je kunt in het AD nog de column lezen van Özcan Akyol:

Dus als Nivea, Milka, Hallmark, beddenboer Emma en Maxi-Cosi als commerciële partners afscheid van de familie Meiland nemen, maken zij eveneens gebruik van hun vrijheid van meningsuiting – hoe opportunistisch dat in hun geval ook is. In dit land mag je echt alles zeggen, maar niet iedereen hoeft het leuk te vinden.

En in de Volkskrant de column van Loes Reijmer:

Volgens Angela de Jong, chef afstandsbediening van het AD, ‘weegt het recht om je beledigd te voelen anno 2021 zwaarder dan de vrijheid van meningsuiting’, een weldadige verzameling nonsens. Nog één keer dan, vooral voor De Jong: het recht op vrijheid van meningsuiting beschermt burgers tegen bemoeienis van de overheid, niet tegen het mislopen van sponsordealtjes op Instagram. En wat hier zo dramatisch cancelcultuur heet, is geen cultuur, maar niets meer dan ordinaire marketing.