Een verzameling kleinodiën

God beware ons voor bundelingen van columns! Meestal is het gekakel bij de waan van de dag al lang achterhaald wanneer die stukjes in een boek komen, zelden blijkt de schrijver echt grensverleggende ideeën te hebben gehad en in veel gevallen ontberen dat soort verzamelingen focus en samenhang. In plaats van krampachtig te doen alsof de teksten deel uitmaken van het oeuvre, zouden auteurs ze beter nemen voor wat ze zijn: verspreid gepubliceerde stukken die om den brode worden geschreven.

Nu maak ik graag een uitzondering voor het charmante Verklarend zakwoordenboekje van rare woorden van Guus Middag, hoewel ook dat een verzameling stukjes blijkt. Meer bepaald, zo vermelden de aantekeningen, van ‘86 korte stukken over 86 rare woorden [die] eerder verschenen, tussen april 2012 en december 2020, in het tijdschrift Onze Taal’. Dat vormt in dit geval geen bezwaar omdat het boekje, hoe verscheiden de onderwerpen ook zijn, een duidelijk project is. Het presenteert zich als een lexicon en alle bijdragen werken op een zelfde manier. Middag gaat in elk mini-essay op zoek naar de betekenis van een woord zoals – ik doe een greep uit het aanbod – ‘bamboeseur’, ‘duivekater’, ‘hapax’, ‘koffierat’, ‘stamfibie’ of ‘zorb’. Bijna allemaal zijn het woorden die weinig gebruikt en niet doorzichtig zijn; een enkele keer gaat het om bekendere woorden die evenwel verwondering wekken of vragen oproepen bij de auteur (zoals ‘Enschede’, ‘kaft’, ‘loodgieten’ en ‘panklaar’).

Telkens weet Middag in zeer kort bestek een uitermate boeiend en geestig verhaal te vertellen en zo het woord te verhelderen. Meestal vertrekt hij vanuit een anekdote, af en toe verdiept hij zich in de etymologie, vaak ook doet hij een beroep op dichters en gedichten. Al in het eerste stukje duikt Gerrit Kouwenaar op, Armando komt langs net als Hans Faverey, Peter Holvoet-Hanssen, Anton Korteweg en Menno Wigman, en meer dan eens figureert het werk van Chris J. van Geel (wiens verzamelde gedichten Middag bezorgde) in de stukjes. Het zegt natuurlijk iets over het taalgebruik van dichters dat ze zo veelvuldig optreden in een boekje dat rare woorden verklaart, maar even goed over Middag, die uiteraard vooral bekend is als poëziecriticus. Poëzie voedt duidelijk zijn taal en de woorden in gedichten prikkelen hem om er dieper over na te denken. Dat geeft voorwaar blijk van een autonomistische poëtica, en dat is verfrissend in tijden waarin dichters toch voornamelijk voor hun boodschap worden gelezen en minder om hun taalbehandeling.

Het Verklarend zakwoordenboekje van rare woorden is op die manier tegelijk een vat vol weetjes en een ode aan onze taal. Middag heeft niet zomaar zijn taalcolumns gebundeld, maar een leuke collectie vreemde items uit het Nederlandse lexicon bij elkaar gebracht. Het zijn stuk voor stuk plezierige, informatieve en eloquent geformuleerde miniatuurtjes. Voor dit soort werk op de vierkante centimeter is het woord kleinood uitgevonden – eigenlijk ook een woord dat een lemma zou verdienen…

Carl De Strycker

Guus Middag – Verklarend zakwoordenboekje van rare woorden. Van aire tot wouten. Van Oorschot, Amsterdam. 192 blz. € 14,50.