Simple comme bonjour!

Vreemd, dacht Schip, een autobiografie in pluralis majestatis. Een echte autobiografie was het overigens niet, want Pauw, zoals Josse de Pauw zichzelf noemde in dit boek, had vooral zijn gedane zaken achter elkaar gezet, met hier en daar een persoonlijke anekdote erbij. Achter elkaar gezet was ook weer niet helemaal juist; In open veld was chronologisch van opzet, tot die opzet werd losgelaten en alles door elkaar ging lopen. Waarom De Pauw hiervoor gekozen had, werd Schip bij het lezen niet duidelijk.

Er was meer niet duidelijk aan dit boek. Zo werd elk hoofdstuk voorafgegaan door een soort van jaaroverzicht, maar dan weer niet van het hele jaar, althans niet elke keer, want soms waren er twee jaaroverzichten, of wel drie. Aan het einde stond dan vaak een zinnetje over Pauw, bijvoorbeeld, bij 1982: (…) in Parijs sterft Romy Schneider (43), in München Rainer Werner Fassbinder (37), in Monaco Grace Kelly (52) en in Chelsea Ingrid Bergman (67) en intussen probeert Pauw schaamte te begrijpen. Het was nogal een rijtje waarin De Pauw zichzelf plaatste, vond Schip. En dit terwijl De Pauw zelf nog niet eens dood was. Of moest hij zeggen Pauw? Door de vorm die De Pauw gekozen had voor In open veld, kon De Pauw zich altijd verschuilen achter Pauw, want waar in het boek beweerde De Pauw dat hij en Pauw één en dezelfde waren? Nou? Precies.

Josse de Pauw was een acteur (en theatermaker en huisschrijver), vooral een toneelacteur en dan ook nog eentje die van experimenteel theater hield. Dit verklaarde natuurlijk een hoop. Schip kende die mensen wel; zijn broer Ant, inmiddels overleden, was vele jaren aan het toneel geweest en Schip had zo ongeveer alle voorstellingen gezien waar zijn broer bij betrokken was geweest. Op de borrels en de feestjes had hij die mensen horen praten en praten over het vak en vaak, heel vaak, ook over Het Geheim waarmee ze speelden. Het had iets met gelaagdheid te maken, maar hij had er nooit achter kunnen komen wat Het Geheim nou precies was. Dat was blijkbaar geheim. Na Ants dood had Schip besloten nooit meer naar het toneel te gaan.

Die jaaroverzichten, die verdwenen na pagina 121 (het boek besloeg in totaal 222, of eigenlijk 223 bladzijdes (de ongenummerde laatse pagina bevatte 1 zin)). Vanaf dat moment stond er niks meer boven de hoofdstukken of alleen nog een zinnetje dat betrekking had op Pauw. Alsof hij zeggen wilde: ik was vanaf dit moment nog interessanter dan ik al was – het draaide nu alleen nog om mij, Pauw, De. En hup, daar kwam weer een geweldige voorstelling of film voorbij. Moest je dit boek geloven, dan had Josse de Pauw alleen maar artistieke successen gekend. Misschien was dat ook wel zo. Maar had dan tenminste ook de tranen, het bloed en het zaad beschreven die het gekost had om dáár, waar het uiteindelijk gelukt was, te komen, dacht Schip. Doch nee: Pauw arriveerde ergens in de wereld met een gezelschap, wist precies dat ene restaurantje te vinden waar die fantastische streekgerechten nog op authentieke wijze werden vervaardigd, dronk er de beste wijnen bij en speelde ‘s avonds moeiteloos een schitterende voorstelling die het plaatselijke publiek verbijsterd achterliet. Simple comme bonjour!

Schip had respect voor Pauw, De, daar niet van. Dat kwam door de film Crazy Love, waarin hij Harry, een alter ego van Charles Bukowski, speelde. Dit deed De Pauw geweldig. Zo goed zelfs, dat Bukowski het de beste verfilming van zijn werk vond. Een oordeel waarmee je voor de dag kon komen, ook al was Factotum van Bent Hamer aan Buk voorbij gegaan wegens omstandigheden (zijn overlijden). Crazy Love was geregisseerd door Dominique Deruddere. Wist je dit niet, dan werd je van In open veld niet wijzer, want De Pauw had iedereen schuilnamen gegeven. Zo heette Deruddere Kleine. Voor scenarist Marc Didden had hij Iets Te Dikke Jonge God bedacht. Later kwamen achtereenvolgens zanger Arno voorbij als Kromme Beentjes, en Dirk Roofthooft (acteur) als Weke Darmen, en Hilde van Mieghem (actrice) als De Vrouw Die Zich Aan Het Leven Stootte, en zo ging dat het hele boek door. Waarom De Pauw hiervoor gekozen had, werd Schip bij het lezen wederom niet duidelijk.

Op pagina 100 stond dat Pauw ooit voor De Standaard der Letteren had geschreven. Grappig, vond Schip, want zelf had hij ooit voor De Republiek der Letteren geschreven. Ondertussen waren ze allebei op leeftijd. Bij Pauw was een reiger aangeschoven. Laatste zin van het boek: ‘En zo had Pauw toch nog enige aanspraak op zijn oude dag.’ Hij wel, dacht Schip, die alleen thuis zat.

Ralph Schippers

Josse de Pauw – In open veld. Borgerhoff & Lamberigts, Gent. 224 blz. € 22,99.