Novelle over een post-humane wereld

Aan een enkele bladzijde heeft de lezer genoeg om de pen van Peter Verhelst te herkennen. De man heeft als geen ander een eigen taaluniversum gecreëerd dat sterk beeldend en zintuiglijk is. Vorig jaar kreeg hij voor zijn gehele oeuvre de Constantijn Huyghen-prijs. Met de novelle Lichamen heeft Verhelst opnieuw een bedwelmend mooi verhaal geschreven, een kleinood dat behoort tot het beste dat hij heeft geschreven.

In de verhalen van Verhelst is nooit sprake van een helder of eenduidig verhaal. Telkens opnieuw wordt de lezer uitgedaagd om zelf te denken, te duiden en in te vullen. In Lichamen zijn enkel de trekken van een rudimentair verhaal te herkennen. Er is sprake van een negen etages hoog woonblok met zesentwintig woonunits. In dit gebouw dwaalt een man met een rugzak. Blijkbaar heeft hij alles en iedereen achter zich gelaten. Hij duwt deur na deur open en vindt een gebouw dat in verval is. De voorwerpen zijn overdekt met stof, kalk dwarrelt van muren en plafonds, overal heerst vocht. Er zijn mossen, algen en klimplanten. Wortels en takken groeien door gaten en kieren. Rommel, rotte meubels en glasscherven. En dan vindt de ik-figuur overal lichamen die niet schijnen te leven, maar ook niet helemaal dood zijn.

De gebeurtenissen die zich in het gebouw afspelen, worden afgewisseld met het verhaal over hoe de ik-figuur in het gebouw terecht is gekomen. Een man wil een taxi nemen naar het woonblok maar wordt gehinderd door een taxichauffeur die hem niet naar de buurt wil brengen waarin het gebouw zich bevindt – is de buurt te onveilig, is het verboden terrein? De man rijdt met een auto tot de benzine op is en neemt dan een andere auto. Hij ontmoet ‘krakers’ die oude vrouwen blijken te zijn.

Het verhaal is zowel duister als licht. De algehele sfeer van verrotting en overwoekering evoceert een desolate en donkere wereld. Het boek start dan ook met de zin: ‘Er was eens zwart.’ Op de volgende bladzijde: ‘Er waren flitsen die echo’s leken van een onweer achter de horizon en daarna werd alles weer zwart.’ Doorheen de roman groeit echter het licht – ‘Uit de verte begon een licht… Zachtwit.’ – dat op het einde bevrijdend zal werken. Bovendien staat niet alles in het teken van verval. Er is ook sprake van ochtenden die lieflijk zijn en eekhoorns die van tak op tak en van boom naar boom klimmen. Er is het ochtendlicht dat op bosaardbeien schijnt, ‘als vloeibare honing’. Op zeker moment verandert het verhaal ook in een tedere liefdesverklaring:

[…] hoe je, bijtend op je onderlip, het glas naar de spiegel ophoudt. Hoe je het tussen duim en wijsvinger door laat glijden waarna het in de wastafel in scherven valt. Terwijl je me in de spiegel in de ogen kijkt. Hoe je je hoofd dan in je nek gooit van het lachen en wij […]

Het is Verhelst niet te doen om waarheid of werkelijkheid. Zijn teksten gaan voorbij aan het verstand: er valt niets te beseffen of te begrijpen. Het gebouw uit de novelle is een schuilplaats voor wezens die niets met de manier van denken van de mens te maken hebben. Er is slechts natuur die woekert en ‘het vacuüm dat mensen hebben achtergelaten wordt door vogels en insecten opgevuld.’

Lichamen bestaat uit een poëtische aaneenrijging en herhaling van beelden en metaforen. Herhaaldelijk is sprake van een dreun, een helikopter, een halo van licht. Ook het wapen, de lift en de zonnepanelen zijn terugkerende beelden. Het pentagram is een beeld dat al langer door Verhelst wordt gebruikt. Er dwalen dieren door het boek: vlinders, cicaden, honden, koolmezen en zelfs een beer. De geuren en kleuren spatten van de pagina’s. De geur van schimmel, verkoold hout en verrotting. Het glanzend blauw van de vlinder, het roodbruin van eekhoorns, het mintgroen van het behang, het wit van fungusdraden, het fluweelzwart van nachtwind.

Lichamen kan gelezen worden als een novelle over een post-humane wereld waarin de natuur de mens verdrongen heeft. Evengoed is het een verhaal over angst en eenzaamheid, over herinneringen. Misschien bovenal over hoop. Maar eigenlijk is het ook simpelweg een ode aan de taal, de verbeelding en het vertellen van verhalen.

Kris Velter

Peter Verhelst – Lichamen. De Bezige Bij, Amsterdam. 144 blz. € 22,99.