De kapper en de vliegramp

Alles kan, als je schrijver bent. ‘Je kan het zo gek niet bedenken, als je het geloofwaardig opschrijft, kan het,’ aldus de naamloze schrijver in De kapperszoon van Gerbrand Bakker. Het is niet heel speculatief om daar een zelfportret in te zien, want deze man heeft eerder Beneden is het kil, De landweg, April en Amandelbomen bloeien rood geschreven. Het is een van de speelse elementen die Bakker in deze roman heeft ingebouwd, twaalf jaar nadat hij zijn laatste fictieve werk heeft geschreven.

De schrijver wordt pas na dertig pagina’s geïntroduceerd als klant van kapper Simon. Die runt een niet zo drukke eenmanszaak in de Jordaan. Simon heeft zijn vader verloren bij de vliegramp in Tenerife in 1977, maar kan daar niets van weten omdat zijn moeder destijds nog zwanger van hem was. Zijn moeder en zijn opa hebben nooit veel verteld aan Simon over die tijd. Dat gebrek aan communicatie – een terugkerend thema in het oeuvre van Bakker – probeert Simon in te halen als hij obsessief gaat speuren naar informatie over de ramp en de reden waarom zijn vader op die vlucht zat.

Voor de schrijver is zo’n verhaal natuurlijk een goudmijn. En omdat een schrijver nu eenmaal alles kan, kan hij ook het verhaal van de vader invullen. We volgen dus ook de vader, ook kapper net als de opa van Simon, op het moment dat hij in 1977 het huis uit gaat en het noodlottige vliegtuig instapt. De rest van zijn verhaal is opmerkelijk, maar wordt hier niet gespoild.

De zoektocht naar de ramp brengt wat leven in de brouwerij van de ietwat indolente Simon. Hij neemt genoegen met weinig klanten, pikt af en toe een man op, maar kreeg nooit een vaste relatie en het wedstrijdzwemmen heeft hij eraan gegeven toen hij ouder werd. Nu wordt hij door zijn moeder op zaterdagen ingezet als hulp bij een zwemuurtje met jongeren met een geestelijke beperking. Haar vaste hulp, een goede vriendin, zit met een nieuwe vlam uitgerekend op Tenerife. De wekelijkse uurtjes fungeren als breekijzer in de gesprekken met zijn moeder over het verleden, al gaat zij het gesprek meestal uit de weg. Met een van de jongens in het zwembad krijgt Simon een wat hechtere band, maar deze jongen kan zich verbaal nauwelijks uiten. Als kapper is Simon ook weinig spraakzaam: hij beperkt zijn deel in het gesprek met zijn klanten meestal tot wat instemmend gehum. Simon communiceert wel, maar eerder op een sensitieve manier: door mensen aan te raken.

Het knappe van Bakker is dat hij zijlijntjes kan uitzetten, van kappersgesprekken tot cafébezoek, die de karakters tot leven brengen. Alledaagse gebeurtenissen met natuurlijke dialogen en je hebt niet goed door waardoor je geraakt wordt. En daartussendoor die schrijver die er geloofwaardige fictie van maakt. Het is zoiets ondefinieerbaars als de sfeer die opgeroepen wordt waardoor je je thuisvoelt in die romanwerkelijkheid van Bakker. Het is te hopen dat we niet weer zo lang hoeven te wachten op een nieuw roman.

Coen Peppelenbos

Gerbrand Bakker – De kapperszoon. Cossee, Amsterdam. 304 blz. € 24,99.

Deze recensie verscheen eerder in een kortere versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 11 februari 2022.