Alles is veel voor wie niet veel verwacht, maar na al die armoedige maanden, is het erg fijn dat de Nederlandse literatuur weer goed scoort in de Bestseller60. De Boekenweek heeft duidelijk voor een verkoopstijging van Nederlandstalige fictie gezorgd.

Het Boekenweekessay van Marieke Lucas Rijneveld (Het warmtefort) komt binnen op plek één, Pieter Waterdrinker maakt met zijn nieuwe roman Biecht aan mijn vrouw een spectaculaire sprong (deze week op plek drie, vorige week nog op plek 21), Splinter Chabot komt met zijn nieuwe roman als de Hemel genoeg ruimte heeft vanuit het niets binnen op plaats vier, Lisa Weeda daalt weliswaar met haar debuutroman Aleksandra in de lijst, maar staat nog steeds in de top tien (deze week plek vijf).

Annejet van der Zijl stijgt met Fortuna’s kinderen deze week naar plek achttien, Wat je van bloed weet van Philip Huff daalt naar plek negentien, ook Lale Gül zakt deze week in de lijst met haar debuutroman Ik ga leven (plaats 27), maar Bert Wagendorp stijgt dan weer met Phoenix (plek 28). Ook de nieuwe dichtbundel van Marieke Lucas Rijneveld, Komijnsplitsers, doet weer goede zaken (vorige week plek 51, nu plek 29).

Tom Lanoye bereikt toch de bestsellerlijst met zijn nieuwe roman De draaischijf (plaats 31) en Gerbrand Bakker is weer terug met zijn roman De kapperszoon (plek 35). Een bloemlezing met poëzie van Boekenweekauteur Ilja Leonard Pfeijffer, Van de eerste tot de laatste liefde, komt ook binnen in de Bestseller 60, op plek 38. Janneke Siebelink staat met haar debuutroman Soms sneeuwt het in april ook in de lijst, ze komt binnen op plek 45.