Het tijdschrift Diepzee was bedoeld voor de leerlingen van de bovenbouw. In 1989 verscheen er een stuk over Tjeempie! Of Liesje in Luiletterland

Ontluisteraars van de schepping

Wat is seks? Is dat niet Duits voor zes óf is het iets dat Japanners met kuikens doen? Liesje van Zuylen, hoofdpersoon in Tjeempie! Of Liesje in Luiletterland, weet het niet. De moeder van Liesje weet het wel, maar wil het niet vertellen, omdat zij één van de dames van de Zedelijke Pantsering is. Liesje moet dus zelf op onderzoek uit. Nu moest Liesje sowieso op pad: meneer Van Dale, haar leraar Nederlands, had haar opgedragen om moderne schrijvers te interviewen. Mevrouw Van Zuylen had zo haar eigen gedachten over deze mensen:

‘Smeerlappen brieste mevrouw Van Zuylen, die met een rood gezicht zenuwachtig door de kamer heen en weer liep. ‘Moderne schrijvers! De viezerikken! En daar wil meneer Van Dale jou, een onschuldig kind, op af sturen! Er komt niets van in!’
‘Maar het is mijn taak voor de Paasvakantie, mam, ‘zei Liesje, terwijl ze verbaasd naar haar moeder keek.
Afwijkelingen!’ raasde haar moeder voort, geen acht slaande op de woorden van de vijftienjarige. ‘Perverten! Homopielen! Alles wat er aan liefde nog mooi en rein is, bezoedelen ze! Ontluisteraars van de schepping! Schrijvers! Ha! Onvolwassen schuttingtaalprodusenten, zal die meneer Van Dale van je bedoelen!’

Mevrouw Van Zuylen besluit dan ook dat Liesje haar paastaak niet mag uitvoeren. Haar dochter mag niet ten prooi vallen aan die auteurs die alleen maar over ‘essay-iks’ kunnen schrijven.
Liesje, nieuwsgierig naar de betekenis van dat gekke woord seks, gaat natuurlijk heimelijk toch op pad. Op reis naar Amsterdam, waar de schrijvers zo maar in het wild rondlopen. Zij zal er wel achter komen.

De jeugd van tegenwoordig hoef je niets meer te vertellen over seks. Op elk jeugdblad zit wel een condoom geniet, maar in de jaren zestig was dat wel anders. Het hele volk kon nog in opstand komen als er een paar ontblote damesborsten op de tv werden vertoond. In bibliotheken moest je fluisterend naar de boeken van Jan Cremer vragen. En in tijdschriften en kranten werden regelmatig onkuise passages gecensureerd.
Ook Remco Campert werd slachtoffer van de censuur. Toen hij in 1964 een gedicht wilde voorlezen op tv, waarin de zinsnede ‘alles zoop en naaide’ voorkwam, werd dit geweigerd. Maar er ontstond een steeds grotere weerstand tegen dit soort preutsheid. Moderne schrijvers stoorden zich in ieder geval niet aan de ouderwetse normen en waarden, en dat zorgde voor veel opschudding bij vele mevrouwen Van Zuylen.

Liesje treedt de grote stad binnen en komt vrij snel in aanraking met de moderne schrijvers. De schrijvers hebben nogal aparte namen, maar aan hun manier van praten en handelen kun je ze herkennen. De woeste, ietwat simpele, schrijver ‘Het Roofdier’ is onmiskenbaar Jan Cremer. Wie anders dan Harry Mulisch kan bedoeld worden met ‘De Best Gekapte Schrijver van Nederland’? En, wacht even, hebben we daar Remko Kampurt zelf niet?

Ze keek naar de man, die een roodzwartgeblokt houthakkersjasje droeg en een stevige bril, en op datzelfde moment keek hij juist naar haar. De man zette het op een heftig blozen en richtte zijn blik snel weer voor zich uit, onbestemde bijziende verten tegemoet. ‘Vurrukkulluk’, hoorde Liesje hem fluisteren.

Als je meer dan de verplichte boeken voor je lijst leest, zul je sneller bepaalde personen en situaties herkennen. Je moet bij het bovenstaande citaat bijvoorbeeld weten dat Campert de auteur is van het boek Het leven is Vurrukkulluk. Het is waar: iemand die veel leest herkent meer en geniet dubbel. Aan elke moderne schrijver vraagt Liesje wat seks is, en elke schrijver maakt het haar op een al dan niet lijfelijke manier duidelijk. Toch vindt Liesje de antwoorden niet zo bevredigend.

Is dit boek nu een sleutelroman, waarin op geniepige wijze allerlei auteurs worden beschreven? Nou nee. De auteurs spelen wel een rol, maar zij worden voornamelijk op een ironische manier door Campert behandeld. Belangrijker is het schrijversmilieu dat op een satirische wijze onder de loep wordt genomen. Amsterdam is daarbij het decor. Het Amsterdam van die jaren was in rep en roer door hippies, provo’s, kabouters en andersoortig langharig jeugdig volk. Campert maakt, doordat hij uitspraken van schrijvers in hun eigen stijl nogal aandikt en mensen die protesteren domme leuzes in de mond legt, iedereen een beetje belachelijk. Een satiricus schraapt meestal enkele typerende uitspraken bij elkaar en overdrijft ze iets, waardoor diegene die de uitspraken doet komisch wordt. Remco Campert past dit procedé bij iedereen en alles toe, zodat Tjeempie één grote satire op de jaren zestig wordt.

Liesje is op het eind van het boek nog niet veel wijzer geworden. Eigenlijk wist ze allang wat seks was, want met haar vriendje doet ze al heel veel dingen die onschuldige meisjes niet behoren te doen. Ze wist alleen niet dat dit seks genoemd wordt. Hoe het woord bij de daad gevoegd wordt moet je zelf maar lezen, maar houdt het motto van dit boek in je achterhoofd: ‘Sex is far too important a matter to be left merely to writers.’

Coen Peppelenbos

Remko Kampurt – Tjeempie! Of Liesje in Luiletterland. De Bezige Bij, Amsterdam 1968.

Verscheen eerder in Diepzee nummer 6 februari 1989