De ernstige blik in de ogen van een klein meisje

In Donderbaert van Dietske Geerlings maken we kennis met een hoofdpersonage wiens leven bestaat uit uren die samenklonteren tot een ondoordringbare brei. Akelig en voorstelbaar naarmate je meer over hem te weten komt. Hij heeft een gebutst innerlijk waar een enorme agressie af en toe in naar boven komt. Ooit wilde hij vroeg stoppen met werken om met zijn gezin te genieten van het leven. Die tijd ligt ver achter hem. Na een keerpunt wilde hij juist zo lang mogelijk blijven werken, om een invulling aan zijn leven te kunnen geven. Nu hij geen werk meer heeft, speelt zijn leven zich vooral af in zijn gedachten. Hij leeft zonder familie en vrienden of kennissen. Hoe dat voor het hoofdpersonage is, wordt voelbaar door de beschrijving van zijn eenzame scheve toren en zijn rookstoel voor het raam en het boek van zijn overleden vrouw dat nog open op tafel ligt. Dat er geen mensen meer in zijn leven zijn heeft een reden.

In het sociale verkeer kan ook van alles schiften. Zodra hij de verbinding met de ander aangaat, begint de schifting, het onbegrip, de verwarring, waardoor hij zich dagenlang mislukt voelt, ook als hij allang weer alleen is.

Hij is niet op zijn gemak in zijn eigen leven. Als hij op een dag naar buiten kijkt en ook daadwerkelijk waarneemt wat zijn ogen zien, ziet hij dat zijn tuin verwilderd is en dat zijn boom door spinselmotten wordt kaalgevreten. Alsof hij dan pas ontwaakt, vraagt hij zich af wanneer dat begonnen is. Hij ziet een groepje mensen uit het asielzoekerscentrum op een kleed in het gras zitten. Een klein meisje loopt een stukje bij de groep vandaan en plukt een stengel van de berenklauw. Hij haast zich naar buiten en maakt aan de asielzoekers duidelijk dat het sap van de berenklauw brandwonden geeft. Samen met een vrouw, spoelt hij de arm van het meisje af.

Ineens grijpt het meisje zijn arm en kijkt hem recht aan. Ze zegt iets. Aljadu, verstaat hij.

Het kleine meisje met haar ernstige blik maakt een diepe indruk op hem. Hij vraagt zich af wat ze heeft meegemaakt, wat ze gezien heeft. De droevige reis van het kleine meisje en het gestagneerde leven van het hoofdpersonage komen afwisselend aan bod. Ze worden verbonden door citaten van Herakleitos. Het hoofdpersonage zou het kleine meisje willen leren kennen, haar willen beschermen, maar hij raakt verstrikt in zijn gevoelens. Het voorval herhaalt zich voortdurend in zijn gedachten. Het is duidelijk hoe hij dat ervaart. ‘Het is vermoeiend door steeds dezelfde dingen gekweld en beheerst te worden.’ Hij lijkt zelf niet meer te weten wat de werkelijkheid is en wat zijn gedachten zijn. Behalve zijn tijd uitzitten, weet hij niet goed wat hij moet doen. Hij probeert zich te verdiepen in de mot die in zijn boom zit. Ook andere planten in zijn tuin, zoals de hemelsleutel of donderbaert, zijn aangetast en hij beseft dat hij daar niets aan gaat doen.

Dietske Geerlings beschrijft glashelder hoe de eenzaamheid van het hoofdpersonage er uitziet, hoe hij worstelt met zijn eigen gevoelens en herinneringen die door hemzelf gekleurd zijn. Donderbaert is een prachtig verhaal waarin de lezer toch ook empathie gaat voelen voor het hoofdpersonage dat zichzelf zo veracht. De novelle leest als een puzzel waarvan alle stukjes uit het beschadigde leven van het hoofdpersonage uiteindelijk in elkaar passen en een droevig en mooi beeld opleveren.

Lidewei Houtman

Dietske Geerlings – Donderbaert. Dietske 100 blz. 18,95.