Het leven van een correspondent in een roerig gebied

‘De toekomst lachte me toe, want alles was avontuur en shiva de Vernietiger had me nog niet bij de kladden.’ De betekenis van deze onheilspellende zin begrijp je pas later in het verhaal. Joeri, de hoofdpersoon in Ik wil weg. De verborgen kanten van een correspondentschap van Joeri Boom, krijgt een freelancebetrekking als correspondent voor Zuid-Azië en hij vestigt zich met zijn gezin in Delhi in India. Een freelancebaan als correspondent betekent dat de verdiensten laag en onregelmatig zullen zijn. Hij wil zijn inkomen aanvullen met reportages voor de NOS en RTL-Nieuws. Bovendien kan hij blijven schrijven voor zijn oude werkgever, De Groene Amsterdammer, en voor verschillende Nederlandse en Vlaamse tijdschriften. Hij geniet van zijn werk.

Al snel blijkt India geen sprookjesland. Er zijn veel kleine bedelaartjes, waarvoor ze fruit meenemen in de auto. Het is lastig het kastensysteem te begrijpen. Overal worden mensen gefouilleerd; er zijn verschillende grote aanslagen geweest van Pakistaanse Jihadi’s. Het conflict tussen hindoes en moslims wordt steeds duidelijker en blijkt veel groter en ernstiger dan we hier in het Westen horen. Modi, de minister-president van India, zaait door zijn religieuze fanatisme verdeeldheid tussen hindoes, christenen en moslims. En dan is er nog de heilige koe die voor conflicten zorgt.

Joeri’s vrouw Tamar heeft geen werk in India en geeft aan maar drie jaar te willen blijven, terwijl hij zelf meer gedacht had aan een jaar of tien. Joeri is veel weg, terwijl Tamar zich vermaakt met expatfeestjes. Ze groeien uit elkaar en ze leven langs elkaar heen. Af en toe krijgen ze verschrikkelijke ruzie omdat een rustig gesprek niet meer lukt. Tamar geeft aan te willen scheiden en vertrekt met hun kleine dochters naar Nederland. Er is geen sprake van dat de meisjes bij hem blijven, want hij is voor reportagereizen soms weken weg. Als Tamar en de dochtertjes weg zijn, is er de eenzaamheid en de verdoving van dat gevoel door drank en drugs ligt op de loer.

Door de reizen in lastige gebieden is Joeri drugs gaan gebruiken om stoom af te blazen. Vaak samen met zijn boezemvriend Jeroen Oerlemans met wie hij op rapportagereizen gaat naar oorlogsgebieden. Na elke oorlogsreis komt de behoefte aan drugs naar boven en het lijkt lastig om er weer mee te stoppen.

Mijn besluit stond vast: even geen nieuwe oorlogen meer. Niet alleen omdat ik vreesde dat ons geluk op was, maar ook omdat ik voelde dat er maar één manier was om mijn hang naar dope de nek om te draaien: veel minder van die gevaarlijke reizen maken.

Joeri beseft dat zijn geluk op is en weet zeker dat hij niet meer naar frontgebieden moet gaan, ook niet met Jeroen Oerlemans. Hij denkt aan de ene kant aan zijn behoefte aan de spanning in oorlogsgebieden, aan de adrenaline na het overleven en het vieren van het leven daarna. Aan de andere kant vindt hij het zijn belangrijkste taak om een goede vader te zijn. Die twee kanten gaan niet samen. Dat het geluk echt op kan zijn, blijkt als Jeroen in Libië wordt doodgeschoten. Joeri beseft steeds dat zijn vriend dood is maar in zijn gedachten blijft Jeroen bij hem geeft hem advies.

De laatste reis maakt Joeri als de Rohingya vluchten voor gevechten tussen Rohingyarebellen en het Birmese leger, dat weer wordt gesteund door boeddhistische radicalen. Joeri stapt op het vliegtuig naar Dhaka en doet daar verslag van de gevechten. Hij maakt een reportage voor het Jeugdjournaal over kinderen die vreselijke dingen hebben gezien.
‘Wat goed dat jullie dat gefilmd hebben, pappa, want nu weten wij in Nederland het ook, zodat we kunnen helpen’ zegt Joeri’s dochter. De essentie van het werk van een correspondent wordt hiermee samengevat door zijn dochter. Joeri heeft de behoefte om aan mensen uit te leggen hoe de wereld werkt. Ondertussen is hij beperkt door de geringe ruimte die redacties hem geven. Je begrijpt als lezer waarom hij reportages wil maken en minder begrip krijg je voor redacties die denken te weten op welk nieuws het publiek zit te wachten.

Van begin tot einde blijft het boek spannend. Er gebeuren in India dingen die je je niet voor kan stellen, van conflicten en aardbevingen tot mensen die minder waard zijn door de kaste waartoe ze behoren. Het is bijna niet te bevatten dat iemand van dat alles verslag kan doen en daarna weer heel in Nederland terugkeert. Uiteindelijk kiest hij voor een heel ander bestaan, waarin hij nog steeds aan mensen uit kan leggen hoe de wereld werkt. Hij wordt leraar in het basisonderwijs.

Lidewei Houtman

Joeri Boom- Ik wil weg. De verborgen kanten van een correspondentschap. Podium, Amsterdam. 392 blz. € 22,99.