Mij interesseert alleen onzin

Punt IV van het nawoord van De Poëzieboys bij Tsjak, een bundeltje met een keuze uit het werk van Daniil Charms, luidt: ‘Om Charms goed te lezen moet u actief niet begrijpen.’ Dat is niet alleen een heel goed en daarom als dwingend te beschouwen advies, maar ook een uitspraak die aan de kern van Charms’ literaire werk raakt. Kijk maar. Hier de in Tsjak opgenomen tekst van Ontmoeting:

Op een keer liep een man naar zijn kantoor en onderweg kwam hij een andere man tegen, die een stokbrood gekocht had en op weg was naar huis.
Dat is eigenlijk alles.

Aan dit ultrakorte verhaaltje valt niets te begrijpen. Veel mensen zullen schouderophalend en onverschillig ‘het zal wel’ mompelend de pagina met deze tekst snel omslaan, hopend dat er op de volgende wél iets is afgedrukt dat de moeite van overdenking waard is. Maar er zijn er ook die in de lach schieten na dat gortdroge ‘Dat is eigenlijk alles’.

Ze weten het nog niet, maar zij zijn Oberioeten, aanhangers van Oberioe, de Vereniging van Reële Kunst, in 1927 na een initiatief van Charms door hem en een groepje kunstenaars in Leningrad opgericht. Oberioe is in de verte vergelijkbaar met Dada. Kijk nog eens naar de titel boven dit stuk, die is ontleend aan een uitspraak met dadaïstische trekjes van Charms: ‘Mij interesseert alleen “onzin”, alleen dat wat geen enkele praktische zin heeft.’

Excentriciteit, de grenzen van de kunsten willen opzoeken en overschrijden en eigenzinnige humor kenmerkten het werk én de kunstenaars van Oberioe, en nog wel het meest Daniil Charms. Geboren in 1905 maakte hij als jongen van twaalf in Petrograd, zoals Sint-Petersburg in 1914 ging heten, de revolutie mee. Opgewonden volgde hij de vele vernieuwingsbewegingen in literatuur, beeldende kunst, theater, film en architectuur die in de jaren na 1917 overal in Rusland, maar vooral in Moskou en Petrograd de kop opstaken.

Vanaf pakweg 1924 probeerde hij zichzelf als schrijver te vestigen, met de kanttekening dat hij – zie het Oberioe-manifest – van mening was dat een kunstenaar die ‘Reële Kunst’ schiep, grenzen tussen verschillende terreinen van kunst diende te negeren: een Oberioetisch schrijver was ook beeldend kunstenaar en theatermaker. Charms’ excentrieke gedrag bezorgde hem weliswaar enige bekendheid, maar hij kreeg voor een volwassen publiek nauwelijks iets gepubliceerd. Wat hem financieel op de been hield, was de afname door de staatsuitgeverij van liedjes, gedichtjes en verhalen voor kinderen.

Maar eind jaren 1920 en gedurende de jaren 1930 werd artistieke vrijheid in de Sovjet-Unie steeds verder ingeperkt, werden de kunsten in het socialistisch-realistische keurslijf gedwongen en werd alles wat daar van afweek als bedreiging voor staat en volk bestempeld, snel en hard de kop in te drukken door de machtige, alom aanwezige staatsveiligheidsdienst. Ook Charms kwam in problemen. De eerste keer kwam hij er – relatief – nog genadig af met een tijdelijke verbanning naar Koersk, door Charms overigens als zeer deprimerend ervaren. Het gedichtje dat de vermoedelijke aanleiding tot zijn arrestatie was, is opgenomen in Tsjak en heet ‘Een man verliet een keer zijn huis’. Het is een van die gedichten van Charms die je alleen echt kunt appreciëren als het je lukt elke wil tot begrijpen te onderdrukken.

Maar leg dat maar eens uit aan agenten van de staatsveiligheidsdienst. Van die lieden wordt immers verwacht dat ze verborgen (staatsgevaarlijke en volksvijandige) betekenissen zoeken en vinden in of achter wat voor ieder ander triviaal en onschuldig is (wie hier overeenkomsten opmerkt met complotdenkers, heeft volkomen gelijk). Sommige hoogst komische verhaaltjes refereren overigens impliciet wel degelijk kritisch aan de realiteit van de jaren 1930. Zoals dat over een ruzie op de markt, die ermee eindigt dat iemand een ander de schedel inslaat. Met een komkommer … Bijzonder? Ja, maar in Charms’ wereld niet de tragedie van de doodslag, maar dat die lukte met een komkommer: kun je nagaan hoe groot de komkommers zijn die momenteel worden aangevoerd.

In mei 1941, kort voor de Duitse invasie in de Sovjet-Unie, werd Charms opnieuw gearresteerd. Uit zijn gedrag en antwoorden tijdens de verhoren werd opgemaakt dat hij mentaal niet in orde was. Hij werd opgesloten in een cel in een vleugel voor geestelijk gestoorden. Het is niet helemaal zeker of en zo ja, in hoeverre de Duitse belegering en blokkade van Leningrad (zoals Petrograd na 1924 heette) daar debet aan waren, maar Charms werd vergeten en hij stierf op 2 februari 1942 in zijn cel aan de gevolgen van honger en uitputting. Het huis waarvan hij en zijn vrouw kamers bewoonden, werd getroffen door een bom; een vriend van hem redde uit de puinhopen een koffer met manuscripten van Charms. Het zou echter nog tientallen jaren duren eer het tot publicatie daarvan kon komen.

In 2019 voegde Uitgeverij Van Oorschot aan haar onvolprezen Russische Bibliotheek een ruim 650 bladzijden tellend deel toe met werken van Charms, vertaald door Yolanda Bloemen. Voor Tsjak werd daaruit een selectie gemaakt van ruim 90 bladzijden. Wie geniet van het mooi uitgegeven proeverijtje dat Tsjak eigenlijk is, zal ongetwijfeld met veel plezier heel Charms’ Werken lezen en herlezen.

Hans van der Heijde

Daniil Charms – Tsjak. Een keuze uit het werk van Daniil Charms. Vertaling Yolanda Bloemen e.a. Nawoord De Poëzieboys. Van Oorschot, Amsterdam. 96 blz. € 12,50.