Hier is ja niks

In deze recensie moet open kaart worden gespeeld: de auteur van Woest & Ledig, Joep van Ruiten, is chef van de cultuurredactie van het Dagblad van het Noorden/Leeuwarder Courant en ik schrijf, als freelancer weliswaar en zonder enig contract, wekelijks boekrecensies voor het vrijdagse cultuurkatern van die kranten. Tzum heeft er kennelijk vertrouwen in dat mijn kritische vermogens en mijn integriteit niet onder die relatie zullen lijden en vond het goed dat ik Van Ruitens boek recenseer.

Van Ruiten schrijft niet alleen voor de krant, maar ook voor zijn weblog Woest & Ledig. Gezien de titel van zijn boek en de aard ervan, een veelsoortige verzameling van korte stukken, ligt de veronderstelling voor de hand dat het een selectie bevat uit zijn weblog-artikelen. Dat klopt, maar een deel van de stukken is eerder in DvhH/LC verschenen en een paar zijn nog weer elders eerder gepubliceerd.

Verzameling is hier het sleutelwoord. Niet alleen beschrijft Van Ruiten allerhande verzamelingen die hij aanlegde of nog steeds aanlegt, het gaat ook over de mentale aspecten van verzamelen. Iedereen heeft verzameld, vooral in zijn jeugd: postzegels, speldjes, sleutelhangers, noem maar op. De drang daartoe kan mede worden verklaard uit het ontwikkelingsprogramma van het brein, want dat wil het aanmaken van categorieën leren en van criteria om te besluiten of een object een plek verdient in een al aangemaakte categorie, of dat het aanmaken van een nieuwe categorie is gerechtvaardigd.

Van Ruiten (1965) is al lang volwassen en dus moet het inmiddels ook gaan om andere motieven voor verzamelen. In zijn geval onder meer het verzamelen van foto’s en gegevens van bouwsels die worden aangeduid als muziekkoepels, -tenten, -kiosken, -paviljoens, bandstands, gazebo’s, of hoe ze ook maar genoemd worden. Waar hij ook naartoe gaat, Van Ruiten zoekt uit of er zo’n ding in of nabij zijn bestemming staat, gaat erheen, maakt er foto’s van en gaat na wie de architect was en wanneer het is neergezet. Hij heeft er al zo’n 150 verzameld, maar moet ook vaststellen dat er al velen zijn gesloopt en dat anderen dat lot wacht. Toch mooi dus dat Van Ruiten zo’n archiefje opbouwt. Hij komt met betrekking tot verzamelzucht met de filosoof Kierkegaard op de proppen, die zei dat verzamelen een vorm van doodsontkenning is. Ontkenning van zijn eigen dood door de verzamelaar, zal Kierkegaard hebben bedoeld, maar zo’n archiefcollectie als die van muziekkoepels overstijgt ook hun sloopdood, zou je kunnen zeggen.

In Woest & Ledig zijn de kleine zestig stukken onderbracht in vijf categorieën. Maak daarvan een dwarsdoorsnede en stel vast dat heel items bevatten over (aspecten van) hetzelfde thema: Drent zijn zonder Drent te zijn. Van Ruiten groeide op in Noord-Holland; zijn werk bracht hem naar Drenthe, hij woont in de buurt van Emmen. Wat is een Drent? Kun je een Drent worden? Dat zijn geen gemakkelijke vragen. Dat leven in het landschap van kale uitgestrekte veengebieden onder veelal sombere wolkenluchten iets met de geest doet ligt voor de hand. Maar wat precies? En kun je een echte Drent worden als je van buiten Drenthe komt?
‘Hier is ja niks,’ luidt het Drentse antwoord op de vraag wat er zoal aan opwindends te beleven valt, ter plekke of een paar kilometer verderop. In de niet-Drentse stad waar ik woon zie je op of naast sommige voordeuren een emaillen plaatje geschroefd met de woorden ‘hier was het niet’. Leuk, maar ‘hier is ja niks’ is natuurlijk een veel mooiere tekst voor op of naast de deur. Heeft de Drentse VVV al emaillen plaatjes met die tekst laten vervaardigen?

Van Ruiten begint zijn stukken niet met grote vragen naar de Drentse etnos, ze doemen op als een anekdote, een verhaal, of een aangehaald nieuwsfeit(je) tot overpeinzingen van meer algemene aard leiden. In zijn verslag van een Drentse discussieavond onder leiding van socioloog Christien Brinkgreve over ‘Het verhaal van de Drent’ komt het thema directer aan de orde. De Drent zou behoefte hebben aan een positief verhaal over zijn identiteit, veel positiever dan de vigerende verhalen over de Drent. Dat denken althans … Goeie vraag, wie denken eigenlijk dat die behoefte bestaat? De aanwezige Drenten niet, die blijken er heel anders over te denken. Negatieve verhalen over Drenten? Dat zijn verhalen van westerlingen, daar hebben Drenten geen last van. ‘Vraag uit de zaal: ‘Wie van de Drenten vindt het nodig om positiever naar zichzelf te kijken?’ Eén vinger ging de lucht in.’

Het gaat niet alleen maar over verzamelen en over Drenten in Woest & Ledig. Het plakken van een fietsband, voor Van Ruiten een klus waar hij toch al gauw een uurtje of twee mee zoet is en dan ook nog met twijfelachtig resultaat, vult een stuk en dat doet ook zijn enthousiast begonnen experiment om plantjes te kweken in een tuintje, onttrokken aan het grasgazon. De praktijk van het tuinderschap blijkt echter (te) weerbarstig.

Zelfrelativering, humor en een aangename, ontspannen toon kenmerken Van Ruitens stukken in deze bundel. Die is geïllustreerd met kleurenfoto’s, wat aanleiding voor Uitgeverij kleine Uil is geweest om te kiezen voor een zware kwaliteit papier met genoeg glans om recht te doen aan de kleuren. Een mooie uitgave dus.

Hans van der Heijde

Joep van Ruiten – Woest & Ledig. Uitgeverij kleine Uil, Groningen. 192 blz. € 22,95.