In zijn brief van de hoofdredactie komt Cees van der Laan deze week terug op zijn stuk van vorige week waarin hij schreef dat het woord ‘blank’ niet meer thuishoort in Trouw. Daar kwamen nogal wat reacties op. Niet alleen van zijn eigen columnisten, maar ook van de lezers die de redactie bestookten met hun opinies.

Laat ik vooropstellen dat ik het effect van mijn stukje van vorige week zeer heb onderschat. Met enige argeloosheid beschreef ik een praktijk die al sinds jaar en dag vrijwel gemeengoed was op onze redactie en bij veel andere media.

Van der Laan kan zich goed voorstellen dat je moet wennen aan ander woordgebruik, zeker als je bent opgevoed met het woord ‘blank’.

In ieder geval ben ik zelf zo opgevoed, maar ik leerde later ook dat medemensen in een respectvolle omgang met elkaar de voorkeur hebben voor een ander woord.

Ewoud Sanders schreef deze week ook een stuk in NRC Handelsblad over de betekenisverschuiving van het woord ‘blank’. Het Stijlboek NRC Handelsblad uit 2000 vond de benaming ‘witte mensen’ nog aanstellerig en activistisch. Maar inmiddels is daar verandering in gekomen.

In de NRC-Code, de opvolger van het Stijlboek, is dit geworden: „We benaderen burgers als individuen en vermelden niet standaard de etnische afkomst of huidskleur van personen.” De keuze wit-blank wordt aan de redacteuren overgelaten, maar witte mensen is duidelijk aan de winnende hand.