In de positieve recensie van Gerwin van der Werf over de roman Luister van Sacha Bronwasser in de Trouw van vorige week stond het volgende.

De ik is Marie, een voormalige fotografiestudente, zij bevindt zich in Parijs, waar het proces tegen de daders van de aanslagen op de Bataclan net is begonnen. Die gebeurtenis zet iets in gang bij haar. De jij is Flo, fotograaf en docent aan de kunstacademie die de aanslag ternauwernood heeft overleefd. […] Hij, de docent dus, is een steentje in haar schoen, zo zegt ze het. […] Oké, Marie is de kwetsbare, onzekere studente, maar waar is die docent precies op uit? Wat voor vorm van misbruik is dit?

Deze week moet hij erop terug komen in het inleidende columnachtige stukje aan het begin van de boekenbijlage:

In mijn hoofd werd Flo meteen een man. Ik werd er door de auteur fijntjes op gewezen dat dat niet klopte: Flo was een vrouw. Kennelijk had ik niet goed gelezen. Ik schrok ervan. Een dominante docent die macht misbruikt moet wel een man zijn… heb ik een joekel van een genderbias?

Een vraag met een dubbele bodem, want Van der Werf is ook schrijver. In zijn laatste roman De droomfabriek speelt een relatie tussen een docente en een leerlinge een rol, al is de vraag in het boek wie wie misbruikt.