Kunst is de strohalm

Dola de Jong (1911-2003) was danser en schrijver en daarin vooral, volgens het nawoord van Mirjam van Hengel, strijdlustig. Ook omdat ze voor de oorlog moest vluchten, in New York terechtkwam en daar bleef wonen om een nieuw leven op te bouwen. Haar hele familie was inmiddels omgekomen in de oorlog.
Dans om het hart is haar debuutroman (1938) die nu opnieuw is verschenen. Ze publiceerde nog twee romans voor volwassenen en een flink aantal kinder- en jeugdboeken.

Met Dans om het hart beschrijft Dola de Jong een aantal jongvolwassenen in het interbellum, waarin de naderende oorlog al voelbaar is. De jongeren willen met hun passie voor dansen de kost verdienen, maar zo eenvoudig is dat nog niet. Naast optreden is lesgeven een van de voornaamste inkomstenbronnen. Luca is een knappe ballerina die door haar huwelijk met een journalist beknot wordt in haar ambities en aspiraties. En om in die tijd als getrouwde vrouw te kiezen voor je eigen pad, is een grote stap en de toekomst in de dans is geen zekere toekomst.

Haar vriendin Enny deelt een appartement met Peter, beiden geven les op een dansschool, maar met een heel andere insteek. Peter maakt het zich er makkelijke vanaf en heeft hogere doelen, namelijk bij een beroemd dansgezelschap binnen zien te komen. Enny neemt het lesgeven serieuzer, maar ligt overhoop met de eigenaresse van de dansschool. Die is soms lange periodes afwezig en dan komt al het werk en de verantwoordelijkheid op Enny’s schouders terecht. Uiteindelijk besluit ze te stoppen en gaat ze meedansen met het ballet van Maja Donker, dat aan een Nederlandse opera verbonden is.

Enny leert in deze tijd weinig op het gebied van dans, maar wel op het gebied van andere dingen. Ze ziet nu duidelijk de hopeloze en nutteloze strijd van de anderen om zich te handhaven in een zelfgekozen levenshouding. De kunst is de strohalm waaraan ze zich vastgrijpen in hun stuurloosheid. Al te veel idealen, met het Ik in het middelpunt, maken moedeloos. Onevenwichtigheid wordt aan talent toegeschreven en talent aan onevenwichtigheid.

De geciteerde observatie raakt de kern die velen in de kunstwereld ook nu nog zullen herkennen. Waar doe je het voor en hoe kom je daar waar je wilt komen? Dit soort observaties zitten er gelukkig meer in, maar soms ook kabbelt het verhaal een beetje voort, zoals in de uitgesponnen dialogen of bij de gedachtegangen die gebeurtenissen of gesprekken ondersteunen of uitleggen, terwijl dat niet nodig is. Als iemand schrikt van iets wat hij of zij zelf zegt, hoeft dat er niet aan toegevoegd te worden, het verhaal verliest daarmee vaart.

Mirjam van Hengel geeft in het nawoord aan dat het boek ‘moeilijk los te zien [is] van de tijd waarin het geschreven werd.’ Volgens haar heeft dat onder andere te maken met de literaire kwaliteit: ‘De Jong was beginnend schrijver, wist nog niet altijd het verschil tussen de gedachte onder een zin en een goeie zin zelf.’ Het zij Dola de Jong vergeven. Ze heeft een mooi beeld gegeven van de vooroorlogse danswereld en de rode draad is duidelijk: de hoofdpersonen worstelen met hun verlangen om hun professie op een serieuze manier uit te kunnen voeren.

Peter, Dolly, Luca en nu Jacques. Ze sukkelen langs de weg. Vallen, opstaan en weer vallen. Ze wachten tot er iemand komt die hen opraapt. Dit zijn er vier, en over wereld zijn er duizenden.

Een van die duizenden zal ook Dola zelf geweest zijn. Voor de oorlog, maar zeker ook na de oorlog. Dit heruitgegeven debuut maakt in ieder geval nieuwsgierig naar haar andere romans.

Arjen van Meijgaard

Dola de Jong – Dans om het Hart. Met een nawoord van Mirjam van Hengel. Cossee, Amsterdam. 208 blz. €22,99.