Gemiste kansen, verkeerde afslagen en confronterende ontmoetingen

Als lezer van zijn werk vanaf 1977 kan ik zeggen dat Ian McEwans werk een deel van mijn leven is. Op zijn beurt heeft de schrijver zijn leven geparafraseerd in Lessen, McEwans monumentale nieuwe roman – en zijn dikste ooit. In Lessen voert de auteur een hoofdpersonage op dat even oud is als de schrijver zelf en dat in een parallelle wereld, omgeving en maatschappelijke klasse opgroeit en leeft.

Roland Baines, 37 jaar in 1986, de Tsjernobyl-ramp heeft net plaatsgevonden, wordt ’s nachts in bed steevast gepijnigd door een herinnering uit zijn jeugd op de kostschool: de pianolessen van de erotiserende juf Cornell. Hij kan er maar niet van slapen, maar dat is daarvan niet de enige reden. Het ligt ook aan het gehuil van zijn zeven maanden zoontje, dat hij alleen moet opvoeden omdat een paar maanden daarvoor zijn vrouw een briefje op zijn kussen heeft achtergelaten: Doe geen pogingen me te vinden.

De eerste confrontatie in Lessen – er zullen nog vele volgen – is die met een politie-inspecteur, want is Rolands vrouw Alissa wel daadwerkelijk met de noorderzon vertrokken? Dit is het vertrekpunt van de roman – 1986 – van waaruit McEwan niet alleen Roland de ongewisse toekomst instuurt, maar ook afdaalt in de krochten van zijn jeugd en opvoeding. Tegen het decor van de geschiedenis – de Cubacrisis in 1962 – belandt Roland, 14 jaar, in de armen van zijn pianolerares die hem inwijdt in het spel van de seks. Die gebeurtenis blijft hem een heel leven achtervolgen. Mede daardoor belandt Roland, school niet afgemaakt, in allerlei baantjes als tennisleraar, loungepianist en maker van gedichten voor op wenskaarten. In zijn avontuurlijke jeugd bezocht hij regelmatig vrienden achter de Berlijnse Muur, smokkelde Westerse goederen en elpees van de Velvet Underground, en opnieuw belandt hij bij toeval, al is dat in de romans van McEwan zelden het geval, in Berlijn op de avond dat de Muur valt. Nog bijzonderder, diezelfde avond, is de confrontatie met Alissa in café Adler. Zij is inmiddels in Duitsland een succesvolle schrijfster. Niets wil ze te maken hebben met Roland, en evenmin met hun zoon Lawrence. Dat laatste blijkt wel als Lawrence, een adolescent inmiddels, in Duitsland bij zijn moeder voor de deur staat – en zij hem wegstuurt. Een nare, maar prachtig beschreven scène. Opnieuw een pijnlijke confrontatie.

En zo laat McEwan Roland met het klimmen der jaren en tegen de achtergrond van de geschiedenis van zo’n driekwart eeuw nog meer confronterende ontmoetingen aangaan en ondergaan. Hij zoekt zijn pianolerares op in een poging haar rekenschap af te laten leggen en ook als hij zichzelf denkt te herkennen in een memoir-roman van Alissa, gaat hij de confrontatie aan. Levert het Roland een catharsis op, geleerde lessen? Dat laat de schrijver aan de lezer, maar wel vervlecht de stilist McEwan dit allemaal uiterst geraffineerd en op een talig schitterende wijze; het vloeit ineen, het balt samen tot iets van meer dan de som der delen. Iets van voortreffelijkheid. En altijd is daar de ongrijpbaarheid van de gebeurtenissen, altijd aanwezig in McEwans romans; een lot dat vanuit toevalligheden, gemiste kansen en verkeerde afslagen hoe dan ook gedragen moet worden.

Jammer is wel dat de vertaling van het superduo Damsma/Miedema nogal rommelig is. Wellicht nemen zij, alomtegenwoordig, te veel hooi op hun vork, want een flink aantal incomplete zinnen, ontbrekende woorden en dubbele woorden, en Roland die te vaak Ronald is.

Wiebren Rijkeboer

Ian McEwan – Lessen. Vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema. De Harmonie, Amsterdam. 572 blz. € 27,50.