De situatie is hopeloos, maar niet per se zorgwekkend

Vele verhalen-, essay- en gedichtenbundels, meer dan vijftig romans, talloze literaire prijzen, waaronder tweemaal de prestigieuze Booker Prize, en zeer succesvolle verfilmingen van haar werk, met name de internationale tv-hitserie The Handmaid’s Tale: op de Canadese auteur Margaret Atwood (Ottawa, 1939) staat geen maat. Dat weet je en toch blijft ze je verbazen.

Atwood is nu 83, maar voor haar lijken de jaren niet te tellen als het om het tempo van schrijven en publiceren gaat. Onlangs verscheen Besjes in het bos, een bundel verhalen, op eentje na allemaal van de laatste drie jaar.

Die jaren tellen in deze verhalenbundel wél in een ander opzicht: de thematiek staat in het teken van nadering van het levenseinde, van verlies van levenspartners, maar ook van hun voortbestaan in de vorm van herinneringen. Herinneringen zo sterk soms, dat ze hem – het gaat in Besjes in het bos steeds om een hem – oproepen in de actuele werkelijkheid. De besjes van de titel moeten worden begrepen in de overdrachtelijke betekenis van hoogbejaarde vrouwen.

De vijftien verhalen van deze bundel zijn ondergebracht in drie delen. Het tweede, ‘Mijn Heksenmoeder’ is ingeklemd tussen de delen ‘Tig en Nell’ en ‘Nell en Tig’. Tig en Nell zijn in het eerste deel een oud echtpaar dat zijn voorliefde voor trektochten in de bosrijke, Canadese natuur niet meer kan uitleven omdat het lijf dat niet meer toestaat. Gelukkig is er nog hun blokhut in de bosrand bij een meer. Maar Nell beseft dat het samenzijn met Tig niet lang meer zal duren: Tig mag fysiek dan nog aanwezig zijn, zijn geest trekt zich steeds meer terug.

De verhalen van het derde deel, ‘Nell en Tig’, zijn gesitueerd op dezelfde plek, maar enkele jaren later. Tig is overleden, maar toch doemt hij regelmatig op in het bewustzijn van Nell. Zo duidelijk zelfs af en toe dat haar herinnering haar zintuigen bedriegt en ze hem ziet staan. Natuurlijk doet het moeten missen van Tig Nell verdriet. Maar dankzij Nells nuchtere kijk op het leven en haar besef dat het eindig zijn ervan ook bevrijdend is, is het zeker niet een en al treurnis in deze verhalen, integendeel.

De verhalen van het middendeel, ‘De heksenmoeder’, lopen uiteen van jeugdherinneringen en hun invloed op het bestaan als oude(re) vrouw, tot de soms vrolijk-cynische omgang met het besef van de naderende dood van een groepje vriendinnen op leeftijd.

Atwoods schrijverschap kenmerkt zich door de wijze waarop zij loodzware zaken – de dood, onderdrukking, onleefbaar worden van de wereld – in verhalen en romans weet te verbeelden. In een stijl die helder is en nooit uit op effectbejag en die gekleurd is door de relativerende humor van het besef dat de situatie weliswaar hopeloos is, maar niet per se ook zorgwekkend.

Hans van der Heijde

Margaret Atwood – Besjes in het bos. Vertaald door Lidwien Biekmann. Prometheus, Amsterdam. 256 blz. € 23,99.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 18 maart 2023 (online op 17 maart).