De plicht tot optimisme in een veranderende wereld

In historische overzichten van de Westerse wijsbegeerte behoort Leibniz (1646 – 1716) samen met Descartes en Spinoza tot de grote denkers van het zeventiende eeuwse rationalisme. Voor het grote publiek is Leibniz de minst bekende filosoof. Er zijn meer monografieën te vinden over Descartes en Spinoza. Michael Kempe wil daar verandering in brengen. En daarvoor is hij goed geplaatst: hij is een toonaangevend Leibniz-kenner en zowel leider van het Leibniz-onderzoek aan de Academie van Wetenschappen in Göttingen als directeur van het Leibniz-archief in Hannover.

Kempe bouwt De beste van alle mogelijke werelden op aan de hand van zeven data in het leven van Leibniz en verkent van daaruit zijn leven, werk en leefomgeving. Opvallend is dat Leibniz een honger heeft naar kennis die zich uitstrekt naar alle gebieden van de toenmalig bestaande kennis. Hij wordt daarom dikwijls de laatste universele geleerde genoemd – hoewel de auteur dit nuanceert. Leibniz probeerde bovendien alle vormen van kennis in verbinding met elkaar te brengen want alles hangt met alles samen. Wiskunde hangt samen met filosofie, filosofie en geschiedenis zijn verweven, geschiedenis ligt in het verlengde van natuurwetenschap, natuurwetenschap leidt naar ethiek etc.

Leibniz leefde in een tijd die door Kempe de vroege Europese verlichting wordt genoemd en die gekenmerkt werd door rationeel optimisme, vooruitgangsgeloof en het vertrouwen dat de wetenschap en de technologie het leven van de mens beter zouden maken. Het vooruitgangsgeloof van Leibniz – zijn idee dat we in de beste van alle mogelijke werelden leven – werd terecht bekritiseerd door Voltaire in zijn bekende Candide – maar Kempe nuanceert door op te merken dat het idee niet louter beschrijvend, maar ook normatief moet worden opgevat: het is ook de permanente opgave van elke mens om die vooruitgang te helpen realiseren. Bovendien moet iedereen leren omgaan met negatieve gebeurtenissen. Zijn opvatting dat de wereld en de kennis berekenbaar moeten zijn, is wellicht naïef, maar Leibniz matigt zijn stelling door op te merken dat emoties, waarneming en bewustzijn nooit kunstmatig geconstrueerd zullen kunnen worden.

Niet enkel filosofie kon dus de aandacht trekken van Leibniz, maar ook uiteenlopende zaken als geografie, mijnbouw, economie, biologie, wiskunde, onderwijs, recht, politiek. Hij bedacht het integraalteken in de wiskunde, concipieerde een rekenmachine en correspondeerde met wetenschappers uit heel Europa – brieven werden zelfs naar missionarissen in China gestuurd. Ondertussen adviseerde hij verschillende wereldse machthebbers over zaken als recht, onderwijs, leger en wetenschap – maar hij streefde wel steeds naar intellectuele onafhankelijkheid. Kempe omschrijft Leibniz terecht als workaholic en een meester in multitasking.

Er wordt ook telkens de nadruk op gelegd dat Leibniz dikwijls zijn tijd ver vooruit was. Zijn opvattingen waren weliswaar dikwijls nog erg speculatief maar ze zijn de voorlopers van veel hedendaagse opvattingen of uitvindingen. Leibniz ontwikkelde een binair systeem in de wiskunde dat aan de basis zou komen te liggen van de computerwetenschap. Hij geloofde in de evolutie van dieren en planten en wordt op die manier een voorloper van de evolutietheorie. Hij is een voorloper van de psychoanalytische droomanalyse en zet een stap in de richting van de latere niet-euclidische geometrie.

Hier en daar bevat het boek wat taaie passages, maar de verdienste van Michael Kempe ligt toch vooral in zijn vermogen om complexe zaken voor een breed publiek toegankelijk te maken zonder aan eruditie in te boeten. Interessant is ook dat leven en werk steeds met elkaar verbonden worden en dat enkele hardnekkige misverstanden uit de weg worden geruimd. De beste van alle mogelijke werelden is niet enkel een boek voor filosofen, maar voor iedereen die geïnteresseerd is in de wijze waarop een samenleving vooruitgang kan boeken en in het optimisme dat de weg daartoe kan zijn.

Kris Velter

Michael Kempe – De beste van alle mogelijke werelden; Gottfried Wilhelm Leibniz in zijn tijd. Vertaald door W. Jansen. De Bezige Bij, Amsterdam. 364 blz. € 34,99.