De recensie van deze novelle van Willem Frederik Hermans komt uit 1982.

De nieuwe kleren van de keizer

Een journaliste die al op haar achtentwintigste weduwe is, een fotograaf die om het leven is gekomen bij een ongeluk met een heteluchtballon, een doofstomme chauffeur, een villa waarin niet een muur of raam rechte lijnen of hoeken vertoont, een beroemd kunstenaar met één verlamd been en één kunstbeen, een fototoestel dat op belangrijke momenten dienst weigert. Al deze personen en zaken passeren de revue in de novelle Geyerstein’s dynamiek van het zal geen kenner verbazen Willem Frederik Hermans.

Beval Gerard Reve ooit een van zijn boeken aan met de mededeling dat er weer ‘geen normaal mens’ in voorkwam, het literaire universum van Hermans is nog aanzienlijk dolgedraaider. Hierin zijn vaak zelfs de dingen abnormaal als ze al niet kwaadaardig tegen de mensen samenspannen, zoals in deze novelle het fototoestel. Door dienst te weigeren slaat het de eigenares het bewijs uit handen dat de gebeurtenis die ze dacht te fotograferen niet een optische illusie is geweest.

De gebeurtenis waar het om gaat, is de jaarlijkse show die de bejaarde en invalide schilder Geyerstein weggeeft ten behoeve van de internationale pers. Ondanks de recente dood van haar man (de ongelukkige ballonvaarder) zegt journaliste Carolien de redactie van haar blad toe het gebeuren te verslaan (’the show must go on’) en te fotograferen.

Geyerstein woont ergens in Frankrijk, in een door hem zelf ontworpen villa ‘een haast fabriekachtig, rechtlijnig gebouw, wit als gips, dat er alleen maar niet echt als een fabriek uitzag, omdat geen enkele lijn zuiver verticaal liep of horizontaal.’ Als Carolien, daar gearriveerd, te midden van de horde persmensen wacht tot de ‘performance’ zal gaan beginnen, hoort ze de kunstcritici als om strijd meningen over Geyerstein’s kunstenaarschap ten beste geven. Ook doen de meest wilde anekdotes over hem de ronde. Zo beweert een critica dat Geyerstein een smeerlap is die jonge vrouwen dwingt zich uit te kleden en ze vervolgens met brandende fakkels laat opjagen.

De happening die volgt heeft een iets onschuldiger, maar desondanks toch nog vrij spectaculair karakter. Het draait uit op een wild geklieder met verf uitgevoerd door een drietal naakte meisjes op rolschaatsen. Op een gegeven moment verschijnt ook Geyerstein zelf op het, naar alle zijden kantelbare, toneel. Zittend in een rolstoel laat hij zich omringd door rolschaatsende jongens en meisjes via touwen langs een serie witte panelen rijden, waar hij met woedende kracht gele, groene en blauwe strepen op aanbrengt.

De dynamiek van Geyerstein of de seniele uitspattingen van een machteloze invalide? Is het Geyerstein zelf nog die schildert of is hij slechts een willoos instrument, niet meer dan een kwast in de handen van degenen die hem met touwen over het toneel trekken? Het valt niet uit te maken, zoals in Geyerstein’s villa niet uit te maken valt wat recht is en wat scheef. Aan het eind van de show is Geyerstein geheel onzichtbaar geworden, het middelpunt […] van een kluit in elkaar verstrengelde besmeurde mensen, die hem aan elkaar betwisten als een rugbybal’.

Een aardig bedachte metafoor voor de relatie tussen de kunstenaar en zijn publiek (inclusief de critici) in het algemeen. Wat kunst waard is, wordt mede de bepaald door de smaak van hen die haar consumeren. Volgens sommigen berust wat wij ‘kunst’ noemen zelfs volkomen op afspraken die mensen daarover maken, zoals de nieuwe kleren van de keizer alleen maar bestaan in de ogen van de mensen die de keizer een eerbiedwaardig man vinden.

Hermans geldt in Nederland als een vooraanstaand schrijver en dus als een eerbiedwaardig man. De kans is dus groot dat ook minder geslaagde producten van zijn hand gretig aftrek vinden. Zoals Geyerstein’s dynamiek, waar ik zelf niet meer in kan zien dan een handig tot novelle uitgesponnen metafoor.

Everhard Huizing

Willem FrederiK Hermans – Geyerstein’s dynamiek. De Bezige Bij, 58 blz.

Deze recensie verscheen eerder in het Nieuwsblad van het Noorden 13 september 1982.

Lees ook het verhaal van Frank van Dijl, uitgever van de bibliofiele editie van Geyerstein’s dynamiek.