Americanaroman

Qua thematiek valt De Lincoln Highway van Amor Towles te plaatsen in het verlengde van De druiven der gramschap (1939) van John Steinbeck en On the Road (1957) van Jack Kerouac. In de tijd situeert Towles zijn grote americanaroman ergens tussen beide in. Het is 1954 en de achttienjarige Emmett Watson wordt door de directeur van de jeugdinrichting waarin hij anderhalf jaar heeft vastgezeten naar huis gebracht, naar huis in Morgen, Nebraska. Het is het begin van een doldriest avontuur – De Lincoln Highway is dan ook een avonturenroman in de beste Amerikaanse traditie. Naast genoemde voorbeelden lijkt Towles daarbij aansluiting te zoeken bij het werk van de grote E.L. Doctorow, in het bijzonder bij Duikermeer (1980) en De wereldtentoonstelling (1985).

Reizen en zwerven door het onmetelijke Amerika, dat is wat de jeugdige Emmett gaat doen, samen met zijn tien jaar jongere broertje Billy. Hun vader is net overleden, waardoor Emmett de boerderij aan de bank moet verkopen, en hun moeder is acht jaar daarvoor zomaar in het niets verdwenen. Het enige teken van leven zijn de acht ansichtkaarten die ze haar jongens heeft gestuurd van steden liggend aan de Lincoln Highway, een transcontinentale route die start in New York en eindigt in San Francisco (een kaartje ervan is in de roman opgenomen). Emmett gaat samen met Billy hun moeder achterna reizen naar Californië in zijn eigen, zuurverdiende auto – waar de bank geen claim op kan leggen – een Studebaker Land Cruiser uit 1948. Zij hebben echter buiten Duchess en Wooly gerekend, die zich vanuit de jeugdgevangenis hebben laten opsluiten in de kofferbak van de auto van de gevangenisdirecteur. En zij hebben andere plannen.

De klassieke Amerikaanse reisroman gaat uit van Go west, young man: de historische trek van de oostkust naar het beloofde land van de westkust. Om dan nog maar wat aan namedropping te doen: fraaie contemporaine voorbeelden ervan zijn Mona Simpsons Overal en nergens (1986), Martha McPhee’s Engelentijd (1997) en Philipp Meyers De zoon (2013). Maar bij Towles loopt het net even anders: Duchess en Wooly gaan met de gepikte Studebaker naar het oosten, naar New York. En dus moeten Emmett en Billy in de achtervolging. En dat gaat via het spoor, in goederenwagons. Onderweg beleven Emmett en Billy allerlei avonturen en ontmoeten zij kleurrijke personages, hobo’s die een zwervend bestaan leiden. Logischerwijs refereert Towles dan veelvuldig aan Homerus’ Odyssee: gestuurd op een lange reis; een zoektocht door land en ziel. Trein en auto – ook verbeeld op het voorplat – zijn de vehikels aan de hand waarvan Towles de lezer laat kennismaken met al diegenen die de broers onderweg tegenkomen. Hun verhalen en levensverhalen zijn de levensader van deze wervelende avonturenroman.

Het besluit van Amor Towles om zijn baan als investeringsbankier tabee te zeggen en over te stappen naar de prachtige wereld van de literatuur is een wijs besluit. Wij danken er een enerverende, spannende en prachtige roman aan, het boek is pure americana; een Great American Novel dus.

Wiebren Rijkeboer

Amor Towles – De Lincoln Highway. Vertaald door Theo Schoemaker. Meulenhoff Boekerij, Amsterdam. 574 blz. € 26,99.