De achterkant van de rijkdom

Emma Cline is een soort van multitalent. Op jonge leeftijd, net aan een tiener, had ze rollen in speelfilms, en kort daarop al bonkte ze op de deur van het literaire bedrijf: een talent diende zich aan. En dat werd herkend: Emma Cline (Sonoma County, Californië, 1989) kreeg een miljoenencontract voor drie boeken. Zij loste dat in 2016 in met het fenomenale De meisjes, volgde dat in 2020 op met de verhalenbundel Daddy – en vervolmaakt haar contract nu met De gast. Opnieuw een verhaal over vervreemding, over losgezongen zijn van de werkelijkheid – een gebied waarin Cline excelleert.

Want dat geldt allemaal beslist voor de 22-jarige Alex, die niet of nooit geweten heeft wat zij met haar leven aanmoet. Ze kwam naar de grote stad met grootse plannen, maar verdient haar geld als callgirl in New York City. Weinig kan haar schelen; emoties laten haar koud. Gehaaid is ze, expert in het lezen van menselijk gedrag. Echte vriendinnen heeft ze niet want ze leent geld van ze, betaalt niet terug en jat hun drugs en pillen. Dan is er haar ex-vriendje Dom – van wie ze geld heeft gestolen. Hij belt haar steeds, maar ze belt niet terug. Gelukkig is ze in de mooie augustusmaand bij de bijzonder rijke, dertig jaar oudere Simon – haar sugardaddy – ingetrokken in zijn zomerhuis in de Hamptons, aan het eind van Long Island. Over vijf dagen heeft Simon zijn grote Labor Day-feest. Hier in de Hamptons is alles rijk en beschermd, en Alex geniet ervan: ze houdt van zwemmen in zee.

In het water leek ze als ieder ander. Niets vreemds aan een jonge vrouw die in haar eentje aan het zwemmen was. Geen mens die kon zien of ze hier thuishoorde of niet.

Maar ze hoort er niet thuis, dat laat Simon haar wel weten als hij haar tijdens een feestje in het zwembad betrapt met de welgestelde gastheer. Simon laat Alex de volgende dag op de trein naar New York zetten. Een reistas met kleren, een heel klein beetje geld, een haperende mobiel en van Simon gestolen pijnstillers. Met dat gaat Alex op pad. Maar die trein neemt ze niet. Ze gaat die vijf dagen overbruggen om zich dan stralend te melden op Simons feest. Maar in werkelijkheid raakt Alex op drift. Aldus neemt Cline de lezer mee naar de achterkant van de rijkdom. Emotieloos, verweesd en vervreemd van alles ondergaat Alex haar zwerftocht; op een soortgelijke manier neergepend als Joan Didion in haar klassieker Play It As It Lays uit 1971: leeg en verdoofd.

En toch heeft de opportunistische Alex de nodige meevallers, maakt ze handig gebruik van de naïviteit van de goedwillenden en weet te overleven. Emma Cline beschrijft die ontmoetingen en locaties met vaart en humor. Het zijn de dienstverleners van de rijken – persoonlijke assistenten, barpersoneel, zwembadreinigers en nanny’s – die haar redden. En zo maakt de schrijfster niet alleen een empathisch personage van Alex, maar legt zij in treffende scènes ook de kille, nare achterkant van de rijkdom genadeloos bloot. Zo bezien kan De gast niet alleen beschouwd worden als een amusante, goedgeschreven roman, maar op een ander niveau ook als een aanklacht tegen de rijken, zowel de oude als de nieuwe.

Wiebren Rijkeboer

Emma Cline – De gast. Vertaald door Tjadine Stheeman. Lebowski Publishers, Amsterdam. 270 blz. € 23,99.