Racisme als sport

Met de verhalenbundel Friday Black betrad Adjei-Brenyah in 2018 de literaire wereld. De verbeeldingsrijke verhalen duwen je met je neus op de gevaren van het woekerende consumentisme en het allesdoordrenkte racisme. Veel personages blijven vechten tegen de bierkaai, rotsvast gelovend dat een humane wereld mogelijk is. Nu publiceert Adjei-Brenyah Chain-Gang All-Stars. Bijna was dit slechts een kort verhaal geweest in zijn debuutbundel, maar de complexe realiteit achter de vertelstof deed Adjei-Brenyah besluiten om er een roman van te maken. Alleen zo zou hij volledig ruimte kunnen geven aan horror van het Amerikaanse gevangeniswezen.

Hoofdpersonen in deze helaas maar al te voorstelbare dystopie zijn zwarte gevangenen uit death row. Zij gaan gedwongen gevechten met elkaar aan, waarbij de strijd pas eindigt als de een de ander heeft gedood. De meesten lukt het slechts om enkele maanden in leven te blijven, maar sommigen weten het langer vol te houden. Een gevangene kan klimmen in status en na drie jaar onverslagen gevechten lonkt vrijheid. Maar geen van de strijders is dit ooit gelukt. De wedstrijden worden niet alleen bekeken in een kolkend stadion vol uitzinnig schreeuwende mensen, maar zijn ook vanuit huis te volgen. Er is een complete entertainmentindustrie om de gevechten heen ontstaan die bepalend lijkt voor de regels van dit spel van Chain-Gang All-Stars, het kroonjuweel van het Strafrechtelijk Programma voor Entertainment door Langgestraften.

Adjei-Brenyah zet direct in het eerste hoofdstuk de toon. We bevinden ons middenin de arena waar twee vrouwen het gevecht met elkaar aangaan. Melancholia Bishop heeft gepresteerd wat geen enkele vrouw voor haar is gelukt: ze heeft drie jaar het Circuit overleefd. ‘Drie jaar lang had ze met haar hamer Hass Omaha gebeukt en met haar strijdknots Vega gemept. Drie jaar lang had ze zielen bedwongen.’ Nu voert ze haar laatste gevecht: als zij wint wordt ze Eervol Ontketend, als ze verliest is ze dood. Ze wordt door de stercommentator van Chain-Gang all stars aangekondigd als ‘De Vernietigster zelf, het Onheilssecreet, de Sirene des Doods’. Haar tegenstandster vecht haar eerste wedstrijd. Deze Loretta Thurwar neemt ons aan de hand mee haar absurde werkelijkheid in. Bij binnenkomst in het stadion verwondert zij zich nog:

Ze keek naar al die mensen om haar heen. Er waren er zoveel, zoveel golven in een zee van menselijke wezens die nooit het voorwerp van zulke wrede aandacht zouden zijn. Nooit zouden weten hoe je je daaronder voelde: zowel nietig als almachtig.

Thurwar wint het doodsgevecht met het haar toebedeelde wapen. In de daaropvolgende drie delen volgen we haar op de voet terwijl ze zich de regels van deze wrede, nietsontziende omgevingeigenmaakt.

Adjei-Brenyah weet je op het puntje van je stoel te doen belanden met zijn misselijkmakende arenascènes vol onversneden geweld en bloedstollende spanning. Gedoseerd laat hij via tegenstanders van deze harde actiesporten wrevel ontstaan waardoor het steeds harder in je hoofd gaat gonzen: hoe kan het dat de doodstraf gezien wordt als een terechte straf? De forte van deze eigenzinnige roman zit dan ook in de pulserende onderstroom waarin Adjei-Brenyah de pijnlijke onrechtvaardigheid en duizelingwekkende absurditeit van het Amerikaanse rechtsysteem voor zwarte mensen blootlegt.

Miriam Piters

Nana Kwame Adjei-Brenyah – Chain-Gang All-Stars. Vertaald door Jelle Noorman. Atlas Contact, Amsterdam. 448 blz. €24,99.