Rijk of rijk-rijk

Rijke mensen hebben het ook niet makkelijk. Al dat bezit en dan nog eens al die zorgen over je gedrag om de juiste indruk te wekken bij familieleden, relaties en instanties. Het leven van de jonge Braziliaanse kunstcurator Vivian in de novelle Omstanders van Clara Drummond, geeft een indruk van al deze kopzorgen, zo tussen alle wilde feesten in Rio de Janeiro en São Paulo door.

De verschillen tussen de armen, de kleine ploeteraars, de rijken en de superrijken (‘rijk-rijk’) is in Brazilië van een heel andere orde dan in Europa. De rijken en zij die nog (veel) meer bezitten doen wat ze willen. Armen sarren is bijvoorbeeld een leuk spelletje, zoals afdingen bij iemand die toch al niets heeft. Voor jonge patsers zijn de minderverdieners niet veel meer dan de rekwisieten in het bestaan. Vivian is kind van rijke ouders en grootouders, allemaal tamelijk excentrieke types, die een zware dagtaak hebben aan bezits- en imago-onderhoud.

Vivian ziet het aan, past zich aan, want buiten haar elitaire bubbel zou ze niet overleven, realiseert ze zich. Een leven zonder cocaïne, wodka en kinky seks met soortgenoten is niet voorstelbaar. Dat ze kunstcurator is, een gevolg van het in haar kring volkomen vanzelfsprekend gevonden nepotisme, lijkt ook een noodzakelijk label voor de buitenstaanders. Ze heeft toxoplasmose gehad en kan slecht zien, maar wat doet het ertoe als je van de juiste afkomst bent en de onderlinge codes kent?

Clara Drummond is journaliste en schreef twee eerdere romans, werd geboren in Rio en woont nu in Lissabon. Dit portret van de happy few in haar geboorteland zou je een doorontwikkelde eenentwintigste-eeuwse variant kunnen noemen van Françoise Sagans impressies van de geprivilegieerde klasse in haar jaren. Rauwer, meedogenlozer en voor de betrokkenen niet in de laatste plaats ook uitzichtlozer.

Vivian bevecht de leegte, het ongenoegen en de verveling waarschijnlijk meer zoals de vrouw in Ottessa Moshfeghs succesroman Mijn jaar van rust en kalmte (2018), ook werkzaam in de kunstscene, met drank, pillen en impulsaankopen. Gaat het psychisch even wat beter, dan bespeurt haar moeder wel een of andere afwijking, die medisch ingrijpen noodzakelijk maakt of haar in ieder geval van een nieuw labeltje kan voorzien. Een beproefde methode om elk afwijkend gedrag van haar dochter te kunnen verklaren tegenover haar onberispelijk ogende, veeleisende relaties.

Vivian is niet gewetenloos, al draait ze mee in het circus van de mooie, hippe, stinkend rijke elitekinderen. Ze wil tussen ‘gewone mensen’ leven en praat zelfs met straatverkopers, onder wie de straatarme Darlene, die vermoedelijk in een van de deplorabele favela’s leeft. De meedogenloze Braziliaanse politie in de periode Bolsonaro mept de vrouw hardhandig van de stoep op een manier waaraan ze later overlijdt. Vivian vindt het ‘soort van’ erg, maar voelt ook opluchting:

Wat zou ik moeten voelen: schuldgevoel, onverschilligheid, verdriet? Het was alsof ik in een nieuwe omgeving belandde, waarvan ik de codes niet kende, terwijl ik meteen moest aanvoelen hoe ik me diende te gedragen, wat ik hoorde te doen, op grond van dit bericht. Er moest een soort gevoelsetiquette ontstaan. (…) En als er in mij kunstmatig toch iets wordt opgewekt wat, wie weet, een beetje lijkt op schuldgevoel, dan is dat als pure zelffelicitatie.

Wat Omstanders tot een indringend boek maakt zijn vooral de ambivalente gedachten en gevoelens van Vivian, die zich diep van binnen realiseert hoe onverdedigbaar het gedrag van haar schijnheilige kaste is, maar er toch geen serieus verweer tegen heeft. Het blijft zo bij een kritisch en streng zelfonderzoek zonder bevredigend antwoord voor degene die het ondergaat. Dat heeft Clara Drummond in Omstanders doeltreffend en scherpzinnig weten over te brengen.

André Keikes

Clara Drummond – Omstanders. Vertaald uit het Portugees door Maartje de Kort. Atlas Contact, Amsterdam. 132 blz. € 19,99.